schrijven voorbeelden

Examen Schrijven
Je moet verschillende tekstsoorten kunnen schrijven:
Betoog
Zakelijke brief
E-mail
Artikel
Verslag
Weblog
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examen Schrijven
Je moet verschillende tekstsoorten kunnen schrijven:
Betoog
Zakelijke brief
E-mail
Artikel
Verslag
Weblog

Slide 1 - Slide

Examen Schrijven
Beoordeling:
Samenhang
Schrijfdoel
Publiek
Woordenschat
Spelling, grammatica en interpunctie
Leesbaarheid

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verschil tussen:
Overtuigen = je wilt dat de lezer jouw mening overneemt!

Overhalen/ activeren = je wilt dat de lezer iets gaat doen/ in actie komt

Slide 5 - Slide

Welk hoofddoel heeft een brochure over studiefinanciering?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen/ activeren

Slide 6 - Quiz

Welk hoofddoel heeft een bijsluiter bij zalf?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen/ activeren

Slide 7 - Quiz

Welk hoofddoel heeft een filmaffiche?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen/ activeren

Slide 8 - Quiz


A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen/ activeren

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overhalen/ activeren
D
Overtuigen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Instrueren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Overtuigen
B
Amuseren
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Overtuigen
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overhalen/ activeren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Welk schrijfdoel heeft de vorige tekst?
A
Overtuigen
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overhalen/ activeren

Slide 21 - Quiz