Les 4 - futur simple nakijken - schrijfvaardigheid

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
un ordinateur
pas de portable!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, on va:
  • écrire: stap 1
  • grammaire extra
  • corriger les devoirs
  • Prononciation?

Slide 2 - Slide

Even opfrissen, zet zonder hoofdletters onder elkaar:
jij zoekt
jij hebt gezocht
jij zal zoeken

Slide 3 - Open question

En nu:
wij proberen
wij hebben geprobeerd
wij zullen proberen

Slide 4 - Open question

Instruction
Quoi: Vul de werkwoordsvormen in de tekst in
Comment: Pak eventueel je boek erbij voor de rijtjes - -er werkwoorden moet je nu wel uit je hoofd weten! Vink nog even niets af.
Le but: De juiste werkwoordtijden in een zin kunnen zetten
Combien de temps:  20 min.
Quand tu as fini: Steek je vinger op, dan krijg je de antwoorden. Ga dan verder met de opdracht onder de voorbeeldtekst. 

Slide 5 - Slide

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 6 - Slide

On va...
...travailler en silence!

Slide 7 - Slide

Instruction
Quoi: Vul de werkwoordsvormen in de tekst in
Comment: Pak eventueel je boek erbij voor de rijtjes - -er werkwoorden moet je nu wel uit je hoofd weten! Vink nog even niets af.
Le but: De juiste werkwoordtijden in een zin kunnen zetten
Combien de temps: 20 min.
Quand tu as fini: Steek je vinger op, dan krijg je de antwoorden. Ga dan verder met de opdracht onder de voorbeeldtekst. Laat weer zien als je klaar bent.
Af en toe roep ik iemand bij me om het huiswerk te laten zien. 

Slide 8 - Slide

Waar moet jij nog op letten?

Slide 9 - Mind map

Hoe ziet de tekst eruit?
Waar zitten de verbindingswoorden?

Slide 10 - Slide

Donc: 


Schrijf je zinnen eerst voluit in het klad
Neem je tekst over en loop de werkwoorden langs én voeg verbindingswoorden toe! 

Slide 11 - Slide

Quelque chose d'autre:
1. Le thé est prêt. Il est très chaud. 

2. Moi, j’ai trois sœurs, et toi ?

3. La dame danse avec Tintin.

Comment ça se prononce? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Merci et à la prochaine! 
Et n'oubliez pas: 
Quels sont les devoirs?
Qui sait?


Slide 16 - Slide