Blok 1 Lezen

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon bij de coach.

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon bij de coach.

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide


  • Info
  • Uitleg Woordenschat
  • Opdracht Woordenschat maken
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting
Info
Deze week uitleg Lezen.

Waarom online tegelijk?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide



Info
Waarom moeten jullie Lezen maken?
Wat is het doel?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
- ...kun je uitleggen waarom je begrijpend moet kunnen lezen.
-...weet je waarom tekstverbanden en signaalwoorden belangrijk zijn.
   

Slide 5 - Slide



Begrijpen tekst
Jullie moeten geschreven teksten te begrijpen.

Een aantal structuren in de tekst kunnen hierbij helpen.
Deze structuren laten verbanden zien: wat heeft waarmee te maken?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 6 - Slide



Vormen structuur
Verschillende vormen:
  • Opbouw tekst (nabijheid, kopjes, alinea's e.d.)
  • Signaalwoorden
  • Verwijzingen / verwijswoorden
  • Herhalen woorden
Doel = informatie overbrengen!
Samenhang = informatie
Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 7 - Slide



Woordenschat
Om een tekst te kunnen begrijpen, moet je weten wat woorden betekenen.
Hoeveel procent heb je nodig, denk je?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Tekstdoelen & tekstsoorten
Tekstdoel                                             Tekstsoort            
  • informeren                                   informerende tekst
  • uitleg geven                                uiteenzettende tekst          
  • mening vormen                        beschouwende tekst
  • overtuigen                                  betogende tekst            
  • overhalen                                    activerende tekst
  • amuseren                                   amuserende tekst

Slide 15 - Slide

 3 soorten publiek
Breed publiek - alle leerlingen van het ATC
Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.    

Kleiner, gespecialiseerd publiek - brugklasleerlingen van het ATC
Het publiek weet al iets over het onderwerp.

Een persoon, een kleine groep personen
- mentoren van V2A
Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 16 - Slide

Voorbeeld of toelichting
Kernzin
belangrijkste zin van de alinea

Rest van de alinea
voorbeeld
of
toelichting

Slide 17 - Slide

Wat is de kernzin? 

Een brug of een tunnel?

Met het project is veel tijd en geld gemoeid. Er moeten nieuwe boortechnieken ontwikkeld worden, waarvan de kosten alleen maar tegen kunnen vallen. Verder moet er minstens 20 hectare grond aangekocht worden. Het vraagt veel energie om ook alle partijen te overtuigen van het nut van het project. Daarnaast weigeren de lokale overheden ook maar enig risico te dragen. Daarom gaat het hele plan voor minstens vijf jaar de koelkast in.

Slide 18 - Slide

Wat is de kernzin in dat stukje?
A
De eerste zin.
B
De tweede zin
C
De laatste zin

Slide 19 - Quiz

Wat is de kernzin uit het onderstaande stukje?


Je kunt er dieren verzorgen.  Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken. Maar je kunt er ook veel leren. Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen. Ook staan er vaak speeltoestellen, zoals glijbanen en schommels. Kortom, er is genoeg te beleven op een kinderboerderij...

Slide 20 - Slide

De kinderboerderij. Wat is de kernzin?
A
De eerste zin.
B
De laatste zin
C
De tweede zin.

Slide 21 - Quiz

'Kortom, er valt genoeg te.........op een kinderboerderij'.
Kortom is.......

A
Een functiewoord van slot
B
Signaalwoord dat een conclusie/samenvatting geeft
C
Signaalwoord van reden

Slide 22 - Quiz

Signaalwoorden: Eerst, daarna, vervolgens horen bij:
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Chronologisch

Slide 23 - Quiz

Welk tekstverband geeft 'waardoor' aan?
A
redengevend
B
doel-middel
C
oorzaak-gevolg
D
concluderend

Slide 24 - Quiz



Vragen?
Welke woordraadstrategieën kennen jullie nog?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 25 - Slide



Aan de slag!
Pak pag. 16 erbij. 
Je maakt de opdracht. 
Heb je een vraag? Stel hem!

Blok 1, Lezen, Opdr. 3, 5 OF 6, 7, 8
Vandaag
  • Info
  • Uitleg Lezen
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 26 - Slide

Afsluiting
Huiswerk: Blok 1, Lezen, Opdr. 3, 5 OF 6, 7, 8


Slide 27 - Slide