5.2 Schoon water maken

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nakijken 5.1 
a water in de bodem: grondwater
b hiervan maak je drinkwater: grondwater
c water in een kanaal: oppervlaktewater
d zeewater: oppervlaktewater
2
a rivier
b zee
c grond
d bron
e beek
f kraanwater
3
a oppervlaktewater
b blauw
c ingekleurd kaartje
4
2 Grondwater wordt opgepompt.
4 Water komt uit de kraan.
3 Grondwater wordt gezuiverd.
1 Regenwater zakt in de bodem.
5
Van het water in een waterwingebied wordt drinkwater gemaakt. Dit water mag niet verontreinigd
worden, omdat dat slecht is voor je gezondheid.
6
x bronwater
x mineraalwater
7
leidingwater of kraanwater
8
9
a vloeibaar
b vast
c vast
d gas (of vloeibaar in de aansteker)
e vast
f gas
10
a vast
b vloeibaar
c gas
11
a waterdamp
b ijs
c wolk
d hagel
e mist
f sneeuw
g regen
12
vast: ijs, sneeuw, hagel
vloeibaar: mist, regen, stoom, dauw, nevel, uitgeademd water, wolk
gasvormig: damp
13
vaste
14
15
a het glas beslaat
b vloeibare fase
c gasfase
d condenseren
e omdat het raam koud is
16
gas
17
a van vaste stof naar vloeistof (smelten)
b 1 vast
 2 vloeistof
 3 gas
c van vloeistof naar vaste stof (stollen)
18
a smelten
b verdampen
c rijpen
d condenseren
e stollen
f vervluchtigen
19
Daan heeft wel de waterkringloop nagedaan, want het water is verdampt en daarna
gecondenseerd. Het water kwam uit de waterkoker en is uiteindelijk weer in de waterkoker terecht
gekomen.
20
21
x Er verdampt meer water uit de zee, maar dat water stroomt via de
rivieren ook weer terug.
22

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke fase? Sleep naar het juiste vak
Vast

Vloeibaar
Gas
rijp
sneeuw
waterdamp
mist
grondwater
gletsjer
wolk
oppervlaktewater
hagel

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Welke soort water heeft het minste zouten erin opgelost?
A
Zout water
B
Brak water
C
Zoet water
D
Oppervlaktewater

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Water dat je onder duinen vindt bij het strand zal...
A
Zoet zijn
B
Brak zijn
C
Zout zijn
D
Geen van deze antwoorden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Stollen
Verdampen
Condenseren
Smelten

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de juiste faseovergang naar de juiste plek.
a. Welke faseovergang vindt plaats van 1 naar 2?
b. Welke faseovergang vindt plaats van 2 naar 3?
c. Welke faseovergang vindt plaats van 3 naar 4?
d. Welke faseovergang vindt plaats van 4 naar 1?
Smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

5.2 Schoon water maken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zuivere stof
Dit is een stof die maar uit 1 soort deeltjes bestaat.

Bijvoorbeeld: een blok koolstof bevat alleen maar koolstof. 
Een diamant bevat ook alleen maar koolstof!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Mengsel
Een mengsel is een stof die bestaat uit 2 (of meer) verschillende soorten deeltjes.

Bijvoorbeeld: een glas limonade
bevat water en limonadesiroop


Slide 12 - Slide

Zuivere stof ook noemen.
Zuivere stoffen en Mengsels
Als je goed bekijkt zijn er maar weinig  zuivere stoffen en een heleboel mengsels

Soorten mengsels:

  • Oplossingen
  • Suspensies

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oplossingen
Als je een schepje van de zuiver stof suiker in een glas met zuiver water doet maak je dus een mengsel.
Het mengsel is helder.
Je het een oplossing gemaakt

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Suspensies
Als je een schepje krijt in een glas met zuiver water doet maak je  ook  een mengsel.
Als je roert dan los het krijt  niet op. 
Er blijft een troebele vloeistof over. 


Je hebt een suspensie gemaakt


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk dus onthouden
Zuivere stof   : Bestaat uit 1 soort deeltjes
Mengsel        : Bestaat uit 2 of meer soorten deeltjes
    
Oplossing      : Helder en kan gekleurd zijn
Suspensie      : Troebel en gekleurd

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Scheiden van stoffen

Je laat het mengsel staan zodat de zware deeltjes naar de bodem zakken.

Je giet het heldere bovenste gedeelte in een ander glas.  


Afgieten
Bezinken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Scheiden van stoffen: 


Water gaat door filterpapier maar de vaste stoffen niet. 
Die blijven achter = residu
Het water dat je opvangt = filtraat
Filtreren

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarom zinkt een stof?
De stof met de hoogste dichtheid zakt naar de bodem

Slide 19 - Slide

This item has no instructions



Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof



 




IJzer = 7,9 g/cm³
Hout = 0,7 g/cm³
Water = 1,0 g/cm³


Zinken -> ijzer  
Dichtheid ijzer is groter dan dichtheid water
Zweven -> Vis
Dichtheid vis is gelijk aan dichtheid water
Drijven -> Hout
Dichtheid hout is kleiner dan dichtheid water

Waarom zinkt een stof?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Nog eerst even wat oefenvragen!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Alcohol is een zuivere stof en water is een zuivere stof. Als je ze bij elkaar doet krijg je ...
A
een mengsel
B
NIX18
C
een zuivere stof
D
een blok koolstof

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Als je ijsblokjes en water bij elkaar doet heb je ...
A
een mengsel
B
limonade
C
een zuivere stof
D
een blok koolstof

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een glas sinaasappel ranja is een:
A
Suspensie
B
Zuivere stof
C
Oplossing

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

3

Slide 26 - Video

This item has no instructions

00:26
Hoe noemen we dit?
A
Zuivere stof
B
Suspensie
C
Smerig water
D
Oplossing

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

00:44
Hoe noemen we het langzaam naar beneden laten dwarrelen van de korreltjes?
A
Geduld hebben
B
Bezinken
C
Filtreren
D
Afgieten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

01:09
En wat was ook alweer de dichtheid van water?
A
1 kg (1 kilo)
B
1g (1 gram)
C
1 cm3 (kubieke centimeter)
D
1 g/cm3 (1 gram per kubieke centimeter)

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Een glas melk is een:
A
Suspensie
B
Zuivere stof
C
Oplossing

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Een flesje spa, bruisend zuiver bronwater is een
A
Suspensie
B
Zuivere stof
C
Oplossing

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Maak nu Basisstof 5.2
Lezen? blz 102 t/m 104 Leerboek

Slide 32 - Open question

This item has no instructions