This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling
Slide 1 - Slide
is een prikkel voor het oog.
Geluid is de prikkel voor je .
In een zintuigcel wordt de omgezet in een
oor
licht
impuls
prikkel
Slide 2 - Drag question
Slide 3 - Slide
In welk gedeelte van de huid worden nieuwe huidcellen gevormd?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Met pijnpunten kan je pijn waarnemen. Wat zijn pijnpunten?
A
uiteinden van huidcellen
B
uiteinden van zenuwcellen
C
uiteinden van spiercellen
D
uiteinden van warmtezintuigcellen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Er komt een geurstof in je neus. Je reukzintuig wordt geprikkeld. Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?
A
Het reukzintuig maakt impulsen en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt impulsen en reageert.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Hoe komt het dat je meerdere smaken kan proeven?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Wat is de functie van het slakkenhuis
A
Geeft de trilling door aan de gehoorzenuw
B
brengt de trilling naar de hersenen
C
Zet de trilling om in een impuls
D
Zet de trilling om in een prikkel
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Welk deel van het oog verspreidt het traanvocht over de oogbol?
A
traanklier
B
Traanbuisje
C
wimper
D
ooglid
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Welk onderdeel in je oog zorgt ervoor dat het licht goed op je netvlies valt?
A
hoornvlies
B
iris
C
pupil
D
lens
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Iemand die bijziend is kan ...
A
Van dichtbij scherp zien.
B
Van veraf scherp zien.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Je centraal zenuwstelsel bestaat uit:
A
Hersenen en ruggenmerg
B
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
C
Hersenen en zenuwen
D
Ruggenmerg en zenuwen
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
waaruit bestaat een zenuwcel
A
uit uitlopers
B
uit een cellichaam, uitlopers en celkern
C
uit een cellichaam en celkern
D
uit een cellichaam, uitlopers en hersenen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Een inwendige prikkel is
A
Geluid
B
Licht
C
Voelen van honger
D
Prikkel buiten het lichaam
Slide 24 - Quiz
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren.
- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels
Slide 25 - Slide
Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang
Slide 26 - Drag question
Als je verkouden bent en je neus is verstopt, proef je minder van je eten. Waardoor komt dat?
A
Doordat je neusslijmvlies je neusholte niet goed vochtig houdt.
B
Doordat je tong te droog is
C
Doordat geurstoffen niet bij je reukzintuig komen
D
omdat je reukzintuig stuk is
Slide 27 - Quiz
ZET IN DE GOEDE VOLGORDE: 1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen. 2. Zintuigen nemen prikkels waar. 3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen. 4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert. 5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt. 6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.