Communicatie bij leven zonder geluid
Trek eerst even de aandacht voordat je het gesprek begint door de slechthorende bijvoorbeeld even aan te tikken.
Spreek rustig en articuleer duidelijk. Praat niet hard en vermijd bijzinnen of omwegen.
Gebruik mimiek en natuurlijke gebaren. Overdrijf niet. Houd oogcontact: spreek met jouw gezicht naar de ander.
Houd niets voor je mond en zorg voor voldoende licht, zodat je mond goed zichtbaar is. Ga niet met je rug naar het licht toe staan.
Praat één voor één en niet door elkaar. Ga ook niet tussendoor even met iemand anders praten.
Vermijd achtergrondgeluid: zet de televisie, radio of achtergrondmuziek uit en zoek een rustige plek om te praten.
Houd er rekening mee dat een slechthorende vaak eerst moet kijken/luisteren naar wat je zegt en dan pas de inhoud tot zich kan laten doordringen. Dit kan soms tot een vertraagde reactie leiden.
Word niet boos, verlegen of ongeduldig als een slechthorende je niet meteen begrijpt. Herhaal eventueel wat je hebt gezegd, zo nodig in andere bewoordingen.
Vraag af en toe aan jouw slechthorende gesprekspartner of deze alles goed heeft verstaan. Zo toon je begrip en maak je het de ander makkelijker om eventuele luister-/begripsproblemen naar voren te brengen.
Schrijf zaken als namen, adressen, telefoonnummers en data van afspraken op. Dit voorkomt onnodige misverstanden.
Geef jouw slechthorende gesprekspartner de ruimte om zich even rustig terug te trekken als het gesprek te vermoeiend wordt.