This lesson contains 18 slides, with text slides.
Kenmerken:
- niet symetrisch
- skelet van stevige hoornstof
tussen de cellen
- zitten meestal vast op de
bodem van de zee
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Kenmerken:
- Tweezijdig symmetrisch
- geen skelet
- lichaam is lang en dun
- leven in de bodem, graven kleine gangen
- ze bestaan uit sigmenten
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- meestal een schelp of huisje
als skelet
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- het skelet is een pantser
- poten opgebouwd uit leden
1 insecten
2 spinachtigen
3 kreeftachtigen (10 poten)
4 veelpotigen
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- inwendig skelet (kalk)
- de huid is bedekt met stekels
of knobbels
- leeft op debodem van de zee
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- inwendig skelet
Groepen:
1: vissen
2: reptielen
3: amfibiën
4: vogels
5: zoogdieren
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- het skelet is een pantser
1 insecten (6 poten)
2 spinachtigen (8 poten)
3 kreeftachtigen (10 poten)
4 veelpotigen