2024 - Tijdsvak I - Text 2 + 2022 - Tijdvak II - Text 6
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
In de tekst zijn drie woorden weggelaten (zie 4-1, 4-2 en 4-3).
Kies welk woord (a-f) het beste past op 4-1.
Slide 2 - Open question
In de tekst zijn drie woorden weggelaten (zie 4-1, 4-2 en 4-3).
Kies welk woord (a-f) het beste past op 4-2.
Slide 3 - Open question
In de tekst zijn drie woorden weggelaten (zie 4-1, 4-2 en 4-3).
Kies welk woord (a-f) het beste past op 4-3.
Slide 4 - Open question
‘…accidentally sat on his phone & rang 999.’ (alinea 2) Welke term die hetzelfde betekent, wordt in de tekst gebruikt? Citeer (= schrijf over uit de tekst) die term.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
1. What becomes clear about Anne McLellan in paragraph 1?
A
She has started to change the justice system.
B
She supports the ideas of the Reform party.
C
She thinks youth crime is not a serious problem.
D
She wants to lock up a large number of youngsters.
Slide 8 - Quiz
2. ‘“Putting kids in jail, though sometimes necessary, is not an effective response to youth crime”’ (alinea 2)
In welke alinea wordt aangegeven op welke manier Anne McLellan jeugdcriminaliteit wil aanpakken?
A
Alinea 3
B
Alinea 4
C
Alinea 5
D
Alinea 6
Slide 9 - Quiz
3. ‘youth get caught in a cycle of crime because they know there are no serious repercussions’ (paragraph 2)
How does paragraph 3 relate to this statement?
A
It adds new information to it.
B
It completely disproves it.
C
It partly supports it.
Slide 10 - Quiz
4. Which of the following quotes is in line with the statement of the Canadian Criminal Justice Association (paragraph 4)?
A
‘when serious things happen, there need to be meaningful
consequences’ (paragraph 2)
B
‘I probably still would have done it since I wasn’t thinking about the
punishment anyway.’ (paragraph 5)
C
‘Needless to say, this new legislation will not please everyone.’
(paragraph 6)
Slide 11 - Quiz
5. Kies bij __19__ in alinea 6 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden