What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2. Klasse die Verben (Präsens) F1, S 16, 17, 18, 19
regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
Lernziel
Aan het einde van de les kan de leerling de zwakke werkwoorden o.t.t. vervoegen.
Aan het einde van de les kan de leerling de werkwoorden Haben / Sein en Mögen vervoegen.
Slide 2 - Slide
STAP 1
STAM
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
STAP 2
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
STAP 3
Uitgang
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
wohnen
Ich _____________ in den Niederlanden.
Wo ________________ du?
Ihr ____________________ in Deutschland.
Gebruik het ezelsbruggetje (fe)esttenten:
(fe) e -st - t - en- t - en
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
spiele
spielt
spielst
spielen
spielt
spielen
Slide 11 - Drag question
Selbständig arbeiten:
Arbeitsbuch Seite 16 & 17
Mache Aufgabe 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Fertig?
Mache die online Aufgabe in Nicos Weg.
Link in Som.
Slide 12 - Slide
Unregelmäßige Verben präsens
Slide 13 - Slide
Haben & Sein & Mögen
hebben & zijn & ergens van houden / iets leuk vinden.
Slide 14 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 15 - Drag question
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 16 - Drag question
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
sind
bin
seid
bist
ist
sind
hat
hast
haben
habt
haben
habe
Slide 17 - Drag question
ik heb
hij is
u bent
jullie hebben
jij hebt
jij bent
er ist
ich habe
ihr habt
Sie sind
du hast
du bist
Slide 18 - Drag question
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
mögen
magst
mag
mögt
mögen
mögen
mag
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Slide
www.talenwijzer.com
Slide 21 - Link
www.talenwijzer.com
Slide 22 - Link
Slide 23 - Slide
Hoe maak je de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
het hele werkwoord + t
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord
D
het hele werkwoord -en of -n
Slide 24 - Quiz
Welk ezelsbruggetje kan je gebruiken bij de uitgangen van het werkwoord
A
Partytent
B
feesttenten
C
circustent
D
feestenten
Slide 25 - Quiz
du (finden).
A
findet
B
finde
C
findst
D
findest
Slide 26 - Quiz
ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 27 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 28 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 29 - Quiz
Ik kan regelmatige werkwoorden in de juiste vorm zetten
A
Ja
B
Ik snap het, maar moet nog een beetje oefenen
C
Ja, natürlich! Ist ja super einfach!
D
Ik snap het nog niet
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
More lessons like this
So - H 3 Woordjes A en grammatica van H1 en 2
November 2020
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefentoets periode 3
June 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
9H Vorbereitungsstunde 2 Klausurwoche 1
October 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Quiz ter voorbereiding PW
October 2024
- Lesson with
44 slides
Oefentoets H3
November 2021
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Huiswerk voor woensdag 9.12.20
December 2020
- Lesson with
50 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
regelmatige ww + haben/sein
October 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
regelmatige ww + haben/sein
September 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2