This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Toets Woordenschat en spelling: 11 november
Boekentoets: maandag 18 november
1) Opdrachten/huiswerk bespreken
2) controleopdrachten in LessonUp
3) Klassikaal maken/bespreken opdracht 4
4) Huiswerk
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kent de stijlfouten contaminatie, pleonasme en tautologie en je kunt ze verbeteren.
Slide 2 - Slide
Opdracht 2, woordenschat H4
1 De combinatie ‘voorbij’ en ‘passeren’ is een contaminatie van ‘voorbijrijden’ en ‘passeren’; overigens kun je ook redeneren dat in ‘passeren’ al het begrip ‘voorbij’ zit; dan kun je ‘voorbijpasseren’ opvatten als een pleonasme.
- De Poolse vrachtwagen probeerde de Nederlandse truck voorbij te rijden.
- De Poolse vrachtwagen probeerde de Nederlandse truck te passeren.
2 De combinatie ‘refereert’ en ‘naar’ is een contaminatie van ‘refereert aan’ en ‘verwijst naar’.
- In het artikel refereert de journalist aan zijn contacten met criminelen.
- In het artikel verwijst de journalist naar zijn contacten met criminelen.
3 De combinatie ‘bedacht’ en ‘me’ is een verhaspeling van ‘bedacht (iets)’ en ‘herinnerde me’.
- Opeens bedacht ik, dat mijn vriendin morgen jarig is.
- Opeens herinnerde ik me, dat mijn vriendin morgen jarig is.
4 De combinatie ‘behoort tot’ en ‘een van de beste’ is een contaminatie van ‘behoort tot de beste…’ en ‘is een van de beste …’.
- Dit boek behoort tot de beste die Mirjam Mous geschreven heeft.
- Dit boek is een van de beste die Mirjam Mous geschreven heeft.
Slide 3 - Slide
Opdracht 2
5 De combinatie ‘irriteer’ en ‘aan’ is een contaminatie van ‘het irriteert mij’ en ‘ik erger me aan’.
- Dat slechte taalgebruik irriteert mij vreselijk.
- Ik erger me vreselijk aan dat slechte taalgebruik.
6 De combinatie ‘maakt … uit’ en ‘onderdeel’ is een contaminatie van ‘maakt deel uit van’ en ‘is een onderdeel van’.
- Een verblijf in China maakt deel uit van het lesprogramma Chinees.
- Een verblijf in China is onderdeel van het lesprogramma Chinees.
7 Het woord ‘nachecken’ is een contaminatie van ‘nakijken’ en ‘checken’.
- Voor je in het vliegtuig stapt, moet je checken of je geen zakmes bij je hebt.
- Voor je in het vliegtuig stapt, moet je nakijken of je geen zakmes bij je hebt.
8 Hier is het woord ‘aanbelandt’ is een contaminatie van ‘aankomt’ en ‘belandt’.
- Wie in Luilekkerland belandt, hoeft geen honger te lijden.
- Wie in Luilekkerland aankomt, hoeft geen honger te lijden.
Slide 4 - Slide
Opdracht 3
1 gratis … cadeau: een pleonasme (niet juist)
2 altijd en eeuwig: een tautologie; in dit geval een vaste combinatie die benadrukt dat iemand iets heel vaak doet (juist)
3 mondeling … bespreken: een pleonasme (niet juist)
4 jachten en jagen: een tautologie: in dit geval een vaste combinatie (juist)
5 naar elders … vertrokken: een pleonasme (niet juist)
6 als eerste … beginnen: een pleonasme (niet juist)
7 open en bloot: een tautologie: in dit geval een vaste combinatie (juist)
8 het rode bloed: een pleonasme (juist, want versierend).
Slide 5 - Slide
Vorige week heeft hij zijn studie weer herstart.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 6 - Quiz
Waarschijnlijk dat ze er wellicht nog achter komen.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 7 - Quiz
Ik irriteer me aan dat geluid.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 8 - Quiz
De natte regen hield de hele middag aan.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 9 - Quiz
Ik vrees dat ik het werkstuk overnieuw moet maken.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 10 - Quiz
Onmiddellijk eiste zij dat hij meteen aan het werk ging.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 11 - Quiz
Klassikaal maken/bespreken opdracht 4
1 nagenoeg: bijna – synoniem
2 zucht: sterke behoefte – omschrijving
3 epidemisch: als een epidemie; zich zeer snel en wijd verspreidend – woorddelen
4 funest: zeer schadelijk; slecht – omschrijving; context
5 bagatelliseren: afzwakken; behandelen als iets kleins en onbelangrijks – voorbeeld
6 ontwenning: poging om van een verslaving af te raken; het afkicken – woorddelen; omschrijving; context
7 kentering: verandering – synoniem
8 optie: mogelijkheid – omschrijving
9 rolmodel: goed voorbeeld; iemand om na te volgen –omschrijving
Slide 12 - Slide
Bespreken opdracht 4
10 pedagogen: opvoedkundigen – synoniem
11 alert: oplettend – tegenstelling
12 balans: evenwicht – synoniem
13 motoriek: beweeglijkheid; manier waarop je je beweegt – synoniem; voorbeelden; context