What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica - bijzinnen benoemen
Lesprogramma
Lesdoel
Wat zijn enkelvoudige en samengestelde zinnen?
Hoofd- en bijzin, hoe herken je die?
Bijzinnen aanwijzen/vervangen
Aan de slag!
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesprogramma
Lesdoel
Wat zijn enkelvoudige en samengestelde zinnen?
Hoofd- en bijzin, hoe herken je die?
Bijzinnen aanwijzen/vervangen
Aan de slag!
Slide 1 - Slide
lesdoelen
1. Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe je een hoofd- van een bijzin kunt onderscheiden.
2. Aan het eind van deze les kun je de bijzin vervangen door een woord.
Slide 2 - Slide
Wat valt je op?
Hij liep naar de winkel.
Hij liep naar de winkel en zij fietste naar de winkel.
Slide 3 - Slide
Wat valt je op?
Ik liep naar de winkel.
Ik liep naar de winkel terwijl zij naast mij fietste.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat is kenmerkend voor een hoofdzin?
A
Een hoofdzin heeft geen werkwoord.
B
Een hoofdzin heeft altijd een lijdend voorwerp.
C
Een hoofdzin moet altijd beginnen met een bijwoord.
D
Een hoofdzin kan op zichzelf staan.
Slide 6 - Quiz
Wat is het verschil tussen een bijzin en een hoofdzin?
A
Een bijzin kan niet op zichzelf staan als een complete zin.
B
Een bijzin heeft altijd een ander werkwoord dan een hoofdzin.
C
Een hoofdzin staat altijd aan het begin van een zin.
D
Een hoofdzin heeft altijd meer woorden dan een bijzin.
Slide 7 - Quiz
Welke van de volgende zinnen bevat een bijzin?
A
De hond rent snel door de straat.
B
Mijn moeder maakt heerlijke appeltaart.
C
Zij lacht en zwaait naar haar vrienden.
D
Ik denk dat hij morgen komt.
Slide 8 - Quiz
Wat is de bijzin in de volgende zin:
Ik denk dat hij morgen komt.
A
Ik denk dat.
B
Morgen komt.
C
Dat hij morgen komt.
D
Komt.
Slide 9 - Quiz
Met welk soort woord verbind je twee hoofdzinnen met elkaar?
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 10 - Quiz
Hoofdzin(nen)/hoofdzin+bijzin?
Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B
Slide 11 - Quiz
Bijzin vervangen
Je kunt een bijzin vaak vervangen door één woord:
Omdat ik ziek ben ga ik niet naar school -
Daarom
ga ik niet naar school.
Ondanks het slechte weer ga ik op de fiets naar school -
Toch
ga ik op de fiets naar school.
Hij kon niet mee naar het feest - Hij kon
dat
niet.
Slide 12 - Slide
Voor welk woord kun je de bijzin vervangen in de volgende zin?
Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.
A
dat
B
die
C
zij
D
wanneer
Slide 13 - Quiz
Benoem het zinsdeel 'dat'.
Ik weet dat niet.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 14 - Quiz
Voor welk woord kun je de bijzin vervangen?
Advertenties worden geplaatst, zodat mensen dit ook kopen.
A
dat
B
daarom
C
wanneer
D
het
Slide 15 - Quiz
Benoem het zinsdeel 'daarom' in onderstaande zin.
Daarom worden advertenties geplaats
A
naamwoordelijk gezegde
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 16 - Quiz
Aan de slag!
Maken Blok 2 opdracht 1 (blz. 70)
Maken Blok 1 opdracht 4 en 5 (blz. 24)
Slide 17 - Slide
More lessons like this
v3 Hoofdzinnen of bijzinnen?
November 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica - bijzinnen benoemen
September 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica - bijzinnen benoemen
December 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
hoofdzinnen/bijzinnen
January 2024
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Hoofd- en bijzinnen
March 2021
- Lesson with
27 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
TA6 6.4.17 hoofdzinnen/bijzinnen
January 2024
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Uitleg Hoofd- en bijzin herkennen
September 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Ma 21 okt Hoofdzinnen en bijzinnen
October 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3