This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
De Koude Oorlog
Slide 1 - Slide
Leerdoelen paragraaf 1 t/m 3
De leerling kan de gebeurtenissen van de geleerde jaartallen in de juiste volgorde zetten (van vroeg naar laat).
De leerling kent de blauw gemaakte begrippen in hun handboek en kan deze benoemen en uitleggen.
De leerling kan het verschil tussen kapitalisme en communisme uitleggen en hierbij voorbeelden geven.
De leerling kan het verschil tussen de BRD en de DDR uitleggen en hierbij voorbeelden geven.
De leerling kan de vijf hervormingen van Gorbatsjov benoemen.
SLO-doelen
(De leerling) kan twee verschillende concepten vergelijken en deze logisch verbinden.
(De leerling) heeft inzicht in de mogelijkheden van beeldtaal en audiovisuele communicatie.
Slide 2 - Slide
Algemene leerdoelen gehele hoofdstuk
Slide 3 - Slide
Sleep de gebeurtenis naar het juiste jaartal
1941
1945
1947
1948
1949
1961
1962
1989
1990
1991
Duitsland viel de Sovjet-Unie binnen
Cubacrisis
Berlijnse muur valt
Bijeenkomst in Jalta
Berlijnse muur wordt gebouwd
Sovjet-Unie valt uiteen.
VS voert containmentpolitiek
Oprichting BRD en DDR
Duitse hereniging
Blokkade van Berlijn
Slide 4 - Drag question
In 1941, 1948 en 1949 gebeurde er ook nog een aantal andere gebeurtenissen. Benoem bij elk jaartal nog een gebeurtenis hieronder.
Slide 5 - Open question
Even je kennis opfrissen over de Koude Oorlog?
Bekijk de video hierna. (8 min)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Paragraaf 1.
''De Koude Oorlog begint''
Slide 8 - Slide
Wat is het kapitalisme?
A
Een geldsoort in de VS die ze vanuit daar over de gehele wereld probeerde te verspreiden.
B
Een economisch systeem waarbij ondernemers veel winst kunnen maken zonder teveel regels van de overheid.
C
Een systeem waardoor iedere burger gelijk is voor de wet.
D
Een ander woord voor democratie.
Slide 9 - Quiz
Uit welk land kwam het kapitalisme opzetten?
A
De VS
B
De Sovjet-Unie
C
Hongarije
D
Nederland
Slide 10 - Quiz
Wat willen communisten?
A
Vrijheid voor iedereen
B
Macht in handen van de burgers
C
Gelijkheid voor iedereen
D
Vrede
Slide 11 - Quiz
Leg het verschil uit tussen het kapitalisme en het communisme door o.a. de volgende begrippen te benoemen en te vergelijken; VS, Sovjet-Unie, verkiezingen, democratisch, één partij, (geen) vrijheid van meningsuiting. (toetsvraag)
Slide 12 - Open question
Paragraaf 2.
''Strijd om wereldwijde invloed''
Slide 13 - Slide
Wat kan je zeggen over de BRD?
Slide 14 - Mind map
Wat kan je zeggen over de DDR?
Slide 15 - Mind map
Leg uit wat het verschil is tussen de BDR en de DDR door de volgende begrippen te benoemen en te vergelijken; Oostblok, Westblok, tweedeling, kapitalistisch, communistisch. (toetsvraag)
Slide 16 - Open question
Paragraaf 3.
''Het einde van de Koude Oorlog''
Slide 17 - Slide
Wat is een ander woord voor ''openheid''? (Denk aan één van de hervormingen van Gorbatsjov)
A
Glasnost
B
Perestrojka
Slide 18 - Quiz
Noem de andere drie hervormingen van Gorbatsjov die hiervoor nog niet genoemd zijn. (toetsvraag).
Slide 19 - Open question
Zelfreflectie
Slide 20 - Slide
Hoe goed kon jij de tijdbalk invullen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Poll
Hoe goed gingen de vragen in paragraaf 1?
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Poll
Hoe goed gingen de vragen in paragraaf 2?
😒🙁😐🙂😃
Slide 23 - Poll
Hoe goed gingen de vragen in paragraaf 3?
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Poll
Eindopdracht
Maak van de stof/paragraaf waarbij je net hebt aangegeven die het lastigst te vinden een samenvatting, tijdlijn of woordweb.