Aan het einde van de les kan je benoemen welk onderwerp/paragraaf nog aandacht verdient voor het leren van je proefwerk.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhalingsles thema Jongeren
Leerdoel:
Aan het einde van de les kan je benoemen welk onderwerp/paragraaf nog aandacht verdient voor het leren van je proefwerk.
Slide 1 - Slide
Jongerenculturen zijn onder andere ontstaan toen jongeren:
A
minder zakgeld kregen
B
gingen werken
C
minder geld en vrije tijd kregen
D
meer geld en vrije tijd kregen
Slide 2 - Quiz
Zijn menselijke eigenschappen aangeboren of aangeleerd?
A
Voornamelijk aangeboren
B
Voornamelijk aangeleerd
C
Een combinatie van beide
D
Geen van beide
Slide 3 - Quiz
Wat is aangeleerd gedrag?
A
Nederlands spreken
B
Kunnen praten
C
Slapen
D
Huilen
Slide 4 - Quiz
Informatie
Experimenteren
Imitatie
Ervaringen
Slide 5 - Drag question
Omschrijf in je eigen woorden wat socialisatie is
Slide 6 - Open question
aangeboren eigenschappen
socialisatie
sociale controle
internalisatie
je leert normen en waarden door sancties, imitaite en informatie
je omgeving checkt of je je aan de groepsnormen houdt
je erft kenmerken van je vader of moeder
je gedraagt je automatisch zoals de groep verwacht
Slide 7 - Drag question
Welk rolpatroon hoort bij een gastvrouw in een hotel?
Slide 8 - Open question
Wat is een voorbeeld van een gendernorm?
A
Een stoere jongen die huilt.
B
Een man die een jurk draagt.
C
Een meisje dat met poppen speelt.
D
Een vrouw die een vrachtauto bestuurt.
Slide 9 - Quiz
Roldoorbrekend gedrag is gedrag ...
A
dat past bij de rol die je in de samenleving hebt.
B
dat je aanpast omdat je een andere rol hebt.
C
dat niet bij de verwachtingen van de samenleving past.
D
waarmee iemand onderdrukt wie hij echt is.
Slide 10 - Quiz
Dominante cultuur
Subcultuur
Slide 11 - Drag question
Wat is een vooroordeel ?
A
Een oordeel over iets of iemand waar van je de feiten goed kent.
B
Een oordeel over een hele groep mensen.
C
Een reden om iemand anders te behandelen dan anderen.
D
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent.
Slide 12 - Quiz
Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt.
B
De normen en waarden van anderen accepteren.
C
Je aan de wet houden
D
Mensen in hokjes plaatsen
Slide 13 - Quiz
Normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land/samenleving.
Een cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving
Een oordeel over iemand, zonder dat je de feiten of de persoon kent.
Een vooroordeel dat niet op 1 persoon slaat, maar op de hele groep.
Dominante cultuur
Subcultuur
Vooroordeel
Stereotype
Slide 14 - Drag question
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Cultuur heeft te maken met je aangeboren eigenschappen 2. Door cultuur leer je de gewoonten van je groep kennen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 15 - Quiz
Maak de juiste combinaties
kenmerken die iemand al vanaf zijn geboorte heeft. Bijvoorbeeld: iemand is verlegen of juist heel druk.
aangeleerde eigenschap
socialisatie
aangeboren eigenschap
kenmerken die iemand aangeleerd kreeg van zijn omgeving. Bijvoorbeeld: Nederlands spreken of fietsen.
Het levenslange proces van omgang met anderen, waardoor iemand zich
de cultuur van een groep of samenleving eigen maakt.
Slide 16 - Drag question
aangeboren eigenschappen
socialisatie
sociale controle
internalisatie
je leert normen en waarden door sancties, imitaite en informatie
je omgeving checkt of je je aan de groepsnormen houdt
je erft kenmerken van je vader of moeder
je gedraagt je automatisch zoals de groep verwacht
Slide 17 - Drag question
Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal
D
je een taal vooral onbewust aanleert
Slide 18 - Quiz
vraag Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aan nemen
B
allemaal de zelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen
D
alle aangeboren eigenschappen afleren
Slide 19 - Quiz
Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd. Je...........is vooral aangeleerd. Welk woord of woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent
Slide 20 - Quiz
Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, lokaal is het heel warm buiten
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier
C
een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft
Slide 21 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken als waarden, normen en gewoonten 2. Socialisatie gaat bewust en onbewust
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 22 - Quiz
Vanaf welke leeftijd start socialisatie?
A
Vanaf 18, want dan ben je meerderjarig
B
Vanaf 4 jaar, want dan ga je naar school
C
Vanaf de geboorte
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat
Slide 23 - Quiz
Wat is een voorbeeld van rolgedrag?
A
een stoere jongen die huilt
B
een strenge politieagent
C
een vriend die jou belazert
D
een sporter die rookt
Slide 24 - Quiz
welk woord is weggelaten? Het ..............van andere normen en waarden heeft te maken met tolerantie
A
accepteren
B
verwerpen
C
bestrijden
D
belachelijk maken
Slide 25 - Quiz
jij zit midden in je puberteit, dat betekent:
A
dat je hersenen volgroeid raken
B
de periode tussen kindertijd en volwassenheid
C
dat je socialisatieproces bijna ten einde is
D
dat je vooral in deze periode nieuwe waarden en normen aanleert