Les 2 infectieziekten kat

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GezondheidsleerMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll


Kletspraat
Wat zou jij absoluut niet kunnen missen in jouw leven?

Slide 3 - Open question

Je brengt je hond naar een pension tijdens je vakantie. Nadat je terugkomt heeft je hond last van niezen, benauwdheid en koorts en hij hoest op een typische manier. Welke ziekte heeft je hond?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Kennelhoest
C
Parvovirus
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 4 - Quiz

In het dierenasiel waar je werkt is een puppy aanwezig van 14 weken oud. De puppy is ernstig ziek: eet en beweegt niet, heeft ernstige diarree, geeft bloed over en heeft zeer hoge koorts. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Ziekte van Weil
C
Parvovirus
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 5 - Quiz

In het hondenpension waar je werkt is een puppy aanwezig van 10 weken oud. De puppy heeft hoge koorts, braakt, heeft een dikke buik, diarree, gele slijmvliezen en een melkglasoog. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Kennelhoest
C
Hondsdolheid
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 6 - Quiz

Er is een infectieziekte uitgebroken op het bedrijf waar je werkt. Wat moet je doen?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tegen welke ziekte moeten katten jaarlijks gevaccineerd worden?
A
Kattenziekte
B
Niesziekte
C
Kattenleukemie
D
Hondsdolheid

Slide 10 - Quiz

Je wil je kat meenemen op vakantie naar het buitenland. Wat moet je allemaal regelen voor vertrek?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Welke bewering(en) over kattenziekte zijn waar?
1. Honden en katten kunnen elkaar besmetten met het parvovirus.
2. Het parvovirus is te bestrijden met alle soorten desinfectiemiddelen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke bewering(en) over FIP zijn waar?
1. De meeste katten met FIP zijn symptoomloze dragers.
2. Katten kunnen gevaccineerd worden tegen FIP.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke bewering(en) over FeLV zijn waar?
1. Katten kunnen genezen van FeLV.
2. Katten kunnen gevaccineerd worden tegen FeLV.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke bewering(en) over kattenaids zijn waar?
1. Kattenaids is een zoönose.
2. Katten kunnen gevaccineerd worden tegen kattenaids.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 22 - Quiz

Op de cattery waar je werkt is een volwassen kat aanwezig die koorts, een loopneus en ontstoken ogen heeft met veel korsten op het gezicht en veel kwijlt. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Niesziekte
B
Kattenziekte
C
Buikvliesontsteking (FIP)
D
Kattenaids (FIV)

Slide 23 - Quiz

Je werkt op de dierenambulance. Je haalt een zwerfkat op. Na onderzoek valt op dat het dier een zeer dikke buik heeft en zwaar ademt (benauwd). Welke ziekte heeft dit dier?
A
Kattenleukemie (FeLV)
B
Buikvliesontsteking (FIP)
C
Kattenaids (FIV)
D
Hondsdolheid

Slide 24 - Quiz

Op de cattery waar je stageloopt is een kater aanwezig. Het dier is sloom, eet niet, is veel afgevallen en erg mager, heeft koorts, bleke slijmvliezen, gebitsproblemen en opgezette lymfeklieren. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Kattenziekte
B
Buikvliesontsteking (FIP)
C
Kattenleukemie (FeLV)
D
Kattenaids (FIV)

Slide 25 - Quiz

Op je stage is een kitten aanwezig van 8 weken oud. Het dier is ernstig ziek: eet en drinkt niet, heeft rode diarree, geeft bloed over en heeft zeer hoge koorts. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Niesziekte
B
Kattenziekte
C
Kattenleukemie (FeLV)
D
Kattenaids (FIV)

Slide 26 - Quiz

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz