2.2: Revolutie in Frankrijk (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2.2: Revolutie in Frankrijk

Deze les:

• Terugblik vorige les, bespreken tijdlijn
•  oefenvragen over de vorige les
• vervolg paragraaf 2.2
• aan de slag met opdrachten

Aan het einde van deze les:

... kun je uitleggen welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie

... kun je uitleggen welke bestuursvormen Frankrijk had tot 1799

... weet je wie Napoleon was.

Tijdlijn, welke gebeurtenissen heb je genoteerd?

Koning Lodewijk XVI riep de Staten-Generaal bijeen, leg uit dat dit bijzonder was.

Beschrijf wat er gebeurde op deze afbeelding, gebruik in je antwoord: Nationale vergadering

Leg uit dat deze afbeelding het begin van de Franse Revolutie laat zien.

Revolutie!

• Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap
• Bestorming van de Bastille 14 juli 1789
• overal opstanden in Frankrijk
• De Revolutie is een feit, maar hoe nu verder? 

Politieke veranderingen vanaf 1789:

• Nationale vergadering: schaft de privileges van de adel en geestelijkheid af.
• meeste leden van het parlement zijn gematigd geen grote veranderingen
• 
  

Politieke veranderingen vanaf 1789:

• 1791: Democratische Grondwet
  
• Franse Revolutie werd een Democratische revolutie
• Verkiezingen waarbij mannen met een bepaald inkomen mochten stemmen (kiesrecht)

Politieke veranderingen vanaf 1789:

• Frankrijk wordt een constitutionele monarchie: koning moet zich aan de grondwet houden.
• Lodewijk XVI werkt hier niet goed aan mee.
• Meerderheid van radicale leden in het parlement roept de Republiek uit en veroordeeld Lodewijk XVI ter dood.
• 21 januari 1793: Lodewijk XVI sterft onder de guillotine 

Spanningen:

• radicale voorstanders van de Republiek
  vertrouwen de gematigdere groepen niet.
• terreur: vele mensen gedood onder de
  guillotine
• juli 1794: Robespierre (leider van de radicalen) zelf onder de guillotine, mensen zijn het moorden zat. 

Stel je voor, je bent een burger van Frankrijk uit de 3e stand, ben je dan tevreden over deze Revolutie? Leg je antwoord uit.

Aan de slag:

• Zoek informatie over Napoleon en verwerk dit in een mindmap. (gebruik hiervoor ook het 3e kopje theorie van paragraaf 2.2)
• Lees de theorie en maak van je methode de opdrachten t/m opdracht  5