LJ1 - 4.4 Vocabulary + Phrases / LJ 2 - 4.4 Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4.4
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
LJ1: Take your English book and open it on page 37. Make exersice 48 and 55 & 56 on page 40
Ready? Than learn the words of 4.3 & 4.4. 

LJ2: Take your English book and open it on page 140.
 


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je de grammatica van 'Gerund' toepassen.
- kun je de grammatica van 'this / that / these / those' toepassen.
- kun je de grammatica van 'Have to' toepassen.

Leergebied overstijgende doelen:
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt.
- Je kijkt je gemaakte werk na, verbetert waar nodig en je benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je kan vertelleen wat er nodig is om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof)
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept --> 8 of hoger: Niemand


We doen allemaal mee met de mini-check.

Slide 4 - Slide


Use the Gerund 

Slide 5 - Open question

Een goede gerund is
A
We are eating right now
B
I love eating outside

Slide 6 - Quiz


use the gerund 

Slide 7 - Open question

This / That / These/ Those
A
This pencil here looks sharp
B
That pencil here looks sharp
C
These pencil here looks sharp
D
Those pencil here looks sharp

Slide 8 - Quiz

Kies: This / That / These/ Those
A
This dogs here are happy.
B
That dogs here are happy.
C
These dogs here are happy.
D
Those dogs here are happy.

Slide 9 - Quiz

Kies: don't have to of doesn't have to
A
She don't have to work today
B
She doesn't have to work today

Slide 10 - Quiz

Kies: don't have to of doesn't have to
A
I don't have to listen to you
B
I doesn't have to listen to you

Slide 11 - Quiz

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 42 t/m 44 op blz 39/40

De rest doet mee met de instructie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

enkelvoud                                      enkelvoud





meervoud                                     meervoud

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Grammar: have to
  • Om te zeggen dat iets moet (verplicht wordt) gebruik je have to + hele werkwoord.
I have to clean.
You have to clean.
He / she / it has to clean.
We have to clean.
You have to clean.
They have to clean.

I don't have to clean.
You don't have to clean.
He / she / it doesn't have to clean.
We don't have to clean.
You don't have to clean.
They don't have to clean.

Bevestigend
Ontkennend

Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ 1: Je maakt zelfstandig opdracht 48 op blz 37 en opdracht 55 &56 op blz 40.
LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 42 t/m 44 op blz 39/40

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de woordjes van 4.3 + 4.4 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

timer
1:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Homework on the next page. 


Slide 19 - Slide

Homework
Homework LJ1:                                         Homework LJ2:
Wednesday 30 March                             Wednesday 30 March
4.4 exercise 48 - 55 & 56.                    4.4 exercise 42 t/m 44





                  

Slide 20 - Slide