§2.2 Energiebronnen

§2.2 Energiebronnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§2.2 Energiebronnen

Slide 1 - Slide

Is deze zin goed of fout?
'In een thermische energiecentrale wordt elektrische energie opgewekt door warmte.'
A
Goed.
B
Fout.

Slide 2 - Quiz

Is deze zin goed of fout?
'De elektriciteit gaat rechtstreeks van de centralen naar je stopcontact.'
A
Goed.
B
Fout.

Slide 3 - Quiz

Uitleg §2 (1)
Nederland gebruikt twee soorten energiebronnen:
- Fossiele energiebronnen (bv. aardolie, aardgas of steenkool) zijn energiebronnen die 
  miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit planten- en dierenresten. Ze raken op.
- Hernieuwbare energiebronnen kunnen niet opraken (bv. zon, wind en water).

Nederland gebruikt vooral aardgas, maar dat doen we pas vanaf 1948. Daarvoor gebruikten we vooral steenkool uit Zuid-Limburg. In 1975 sloot de laatste steenkoolmijn. Het winnen van steenkool was te duur geworden, aardgas was goedkoper.

Slide 4 - Slide

Uitleg §2 (2)
Elektriciteit wordt opgewekt met energiebronnen en kun je onderverdelen in:
- grijze stroom: opgewekt uit fossiele bronnen of kernenergie. Bij verbranden fossiele bronnen komt CO2 vrij, dat zorgt voor versterkt broeikaseffect. Bij kernenergie blijft zeer radioactief afval over dat schadelijk is voor mens en natuur.
- groene stroom: opgewekt uit hernieuwbare bronnen. Is milieuvriendelijk, omdat er geen CO2 bij vrijkomt.

Slide 5 - Slide

Uitleg §2 (3)
In Nederland gebruiken we vooral aardgas. Onder de prov. Groningen ligt een van de grootste aardgasvelden van de wereld. Winning in Groningen wordt over een aantal jaren gestopt. We hebben ook een aantal (kleine) aardolievelden. Meeste olie kopen we in het buitenland, net als de steenkool die we gebruiken.
Als hernieuwbare energiebron gebruiken we vooral wind. Nederland is daar heel geschikt voor: vlak en ligt aan zee.
Weinig zonne-energie: zon schijn niet veel en weinig ruimte voor zonneparken. Nederland is te vlak voor snelstromende rivieren voor waterkracht. Weinig steun voor kernenergie in Nederland vanwege het radioactief afval.

Slide 6 - Slide

Antwoorden vragen 1 en 2
1a:  Fossiele energiebronnen zijn eindig, maar hernieuwbare 
       energiebronnen kunnen niet opraken. / Fossiele energiebronnen zijn 
       slecht voor het milieu, hernieuwbare energiebronnen niet.
1b: Aardgas - Aardolie - Steenkool
2a: Aardgas en aardolie.
2b: 5%
2c: Die importeren we uit het buitenland. Vooral uit het Midden-Oosten.

Slide 7 - Slide

Antwoord vragen 3 en 4.
3a: Steenkool zit diep onder de grond.
3b: Voor het winnen van steenkool moeten dure mijnen worden gegraven, voor het winnen 
      van aardgas niet. Bovendien zijn voor het winnen van steenkool veel arbeiders nodig, 
      voor het winnen van aardgas zijn vooral machines nodig. Die zijn (uiteindelijk) 
      goedkoper.
4a: Grijze stroom is stroom die is opgewekt uit fossiele energiebronnen of kernenergie en is 
      schadelijk voor het milieu. Groene stroom is opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
      en is niet schadelijk voor het milieu.
4b: Aardgas - kernenergie - steenkool

Slide 8 - Slide

Antwoord vragen 5 en 6.
5a: Nederland heeft zelf veel aardgas en kan goedkope steenkool 
      importeren.
5b: C (per schip)
5c: B (wind)
6a: Eén windmolen levert nauwelijks energie. Eén kolen- of gascentrale 
      levert meer energie dan heel veel windmolens bij elkaar.
6b: Daar schijnt de zon veel meer.

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Voor de volgende keer lees je §2.3. Als je vragen hebt, stuur me een Bericht, dan neem ik je vraag me in de volgende LessonUp-uitleg.
Verder maak je de vragen van §2.3. De uitwerkingen upload je naar Magister Opdrachten.

Slide 10 - Slide