Formuleren varieren in zinslengte

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

VARIËREN IN ZINSLENGTE

Tas tegen de muur en spullen op je tafel!

We beginnen met stillezen in je leesboek!

Formuleren 6

Vandaag

• Stillezen 10 min 
• Nakijken HW.
  
• Uitleg paragraaf 6 
• Maken opdrachten blz. 244/245
• Gezamenlijk afronden.

Lesdoelen

• Je weet de verschillen tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
• Je kunt je eigen teksten aantrekkelijk maken door te variëren in zinslengte.

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar of ouder zijn.

In Nederland moet je 16 jaar of ouder zijn om een tatoeage te laten zetten.

Een uitzonderlijk goed betaalde en bij het grote publiek bekende voetballer noem je ook wel een profvoetballer.

Een voetballer die uitzonderlijk goed betaald wordt en bij het grote publiek bekend is, noemen we ook wel een profvoetballer.

Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen

Formuleren 5 (kort herhalen)

Door jouw woordkeuze en zinsopbouw maak je een tekst aantrekkelijk. We hebben al gezien dat het helpt om woorden die bij elkaar te horen, zo veel mogelijk bij elkaar te plaatsen.
De lengte van jouw zinnen is ook belangrijk. Te veel korte zinnen maken een tekst saai, te veel lange zinnen maken een tekst moeilijk te begrijpen. 

Zorg er dus voor dat je varieert in zinslengte.

Variëren in zinslengte

Formuleren 6 (blz. 244-245)

Startopdracht: maak deze tekst prettiger leesbaar

Je kunt variëren in zinslengte door enkelvoudige en samengestelde zinnen met elkaar af te wisselen. 

Variëren in zinslengte

Formuleren H5 

Enkelvoudige zinnen	Samengestelde zinnen
Hebben één persoonsvorm.	Hebben meerdere persoonsvormen.
Zijn vaak kort.	Zijn vaak lang.

Maak van deze twee zinnen een samengestelde zin.

Ik ben heel blij. Vandaag gaan we op vakantie.

Maak van de samengestelde zin twee enkelvoudige zinnen.

Ik ga vandaag voor de laatste keer hardlopen, want morgen
word ik geopereerd aan mijn knie.

Formuleren 6

blz. 244-245

1. Huiswerk: Opdracht 1 en 2 nakijken

2. Doornemen: Wat leren voor de toets

3. Blooket over de lesstof

4. Werken aan je pizzaverslag

Vandaag

Tas tegen de muur en spullen op je tafel