Lesw. 23-1 3F oorzaak-gevolg

Welkom bij Nederlands!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

In deze les:
  • Start van de les: kritisch lezen, start met filmpje
  • Terugblik: 
    - oorzaak-gevolg en doel-middel (verbanden)
    - opmaak van een tekst
    - overtuigende teksten en verbanden (basis)
  • Zelfstandig maken:
    - Kader maakt:
    opdracht 4, 7, 10 t/m 14 en 16 t/m 21 (blz. 20 t/m 34)
    - Basis maakt: opdracht 2 t/m 4, 7 t/m 10 en 12 t/m 15 (blz. 20 t/m 28)


Doelen van deze les:
- Je kunt overtuigende en informatieve teksten lezen.
- Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
- Je leert signaalwoorden van oorzaak-gevolg en doel-middel.
- Je kunt een tekst beknopt samenvatten.




Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Tekstverbanden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Oorzaak-gevolg
Het tekstverband oorzaak-gevolg is vaak te herkennen aan signaalwoorden zoals:

doordat, hierdoor, met als gevolg

Slide 6 - Slide

Oorzaak-gevolg
1. De brug stond open. Hierdoor kwam meneer Van Loon te laat op school.


2. Er werden bij PSV twee spelers verkocht, met als gevolg dat er twee nieuwe moesten komen.

Slide 7 - Slide

doel-middel
Het tekstverband doel-middel is vaak te herkennen aan signaalwoorden zoals:

waarmee, door middel van,
om te

Slide 8 - Slide

doel-middel
1. Ik heb een app waarmee je het licht in huis kan dimmen.


2. Eline gebruikt haar telefoon om die som uit te rekenen. 

Slide 9 - Slide

Opmaak van een tekst
Aan de opmaak zie je vaak snel wat voor tekst het is: een zakelijke brief, een advertentie, een column, enzovoort. Je kijkt onder andere naar:

afbeeldingen, zoals tekeningen, foto’s en grafieken. Die geven extra informatie of helpen om je te identificeren met de schrijver of de tekst;
opmaakelementen zoals kaders, tabellen, witruimte en het gebruik van vet of cursief in de tekst. Die geven structuur aan een tekst en laten vaak zien wat belangrijke dingen zijn.

Slide 10 - Slide

Overtuigende teksten
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening.

Het doel is dat de lezer die mening overneemt.

Slide 11 - Slide

Overtuigende teksten
Voorbeelden:
  • ingezonden brief
  • column
  • recensie
  • blog (= een online persoonlijke (informatieve) tekst die regelmatig wordt geüpdatet).

Slide 12 - Slide

Opbouw overtuigende tekst
Inleiding:
de mening van de schrijver.  Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.


Kern:
de argumenten. Dit zijn vaak feiten.


Slot: de conclusie.
Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Tekstsoorten
  • een advertentie
  • een gebruiksaanwijzing
  • een recept
  • een brief
  • een e-mail
  • een affiche
  • een appje
  • een gedicht
  • een recensie 
  • een  tekst in een schoolboek 
  • een krantenartikel
  • een verhaal

Slide 17 - Slide

Tekstdoelen uit leerjaar 1

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat is het tekstdoel?

Slide 20 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 21 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 22 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 23 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 24 - Slide

1.3 Lezen

Slide 25 - Slide

Wat is het doel van deze tekst?

Slide 26 - Slide

Wat is het doel van deze tekst?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Tekstsoorten
  • een advertentie
  • een gebruiksaanwijzing
  • een recept
  • een brief
  • een e-mail
  • een affiche
  • een appje
  • een gedicht
  • een recensie 
  • een  tekst in een schoolboek 
  • een krantenartikel
  • een verhaal

Slide 29 - Slide

Tekstdoelen

Slide 30 - Slide

Tekstdoelen uit leerjaar 1

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Wat is het tekstdoel?

Slide 33 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 34 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 35 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 36 - Slide

Wat is het tekstdoel?

Slide 37 - Slide

Maak: 
-> Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

4.1 Tekstsoorten en tekstdoelen
B. Deel 1: Tekstsoorten, tekstdoelen
C. Deel 2: Keuzetekst 'Geld maakt mij niet gelukkig'





Slide 38 - Slide