Taalverzorging 320BH

Lesinhoud + lesdoelen
Terugblik vorige les
Vooruitblik komende lessen
Spellingsquiz
Uitleg hoofdlettergebruik
StarttaalOnline 2F/3F
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Lesinhoud + lesdoelen
Terugblik vorige les
Vooruitblik komende lessen
Spellingsquiz
Uitleg hoofdlettergebruik
StarttaalOnline 2F/3F

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
  • Leesopdracht Wederzijds 
(Nick-Roy-Martijn-Jesse-Sem-Bram-Luca)
  • Kort artikel: voor eigen rechter spelen 
(Roy-Bram-Frederique-Kim-Luca)
  • Aankondiging spellingstoets

Slide 2 - Slide

Vooruitblik komende lessen
  • Spellingstoets: 1 en 8 juni 
Spellingskwesties StarttaalOnline
  • Inleveren werkboek
  • Afronden StarttaalOnline 2F: eindtoets voldoende

Slide 3 - Slide

Spellingsquiz
Naar aanleiding van kort artikel 'Voor eigen rechter spelen'
Lees de feedback in CumLaude.

Ter voorbereiding op spellingstoets

Slide 4 - Slide

Hij...... (barsten) toen in tranen uit.
A
barstte
B
barste

Slide 5 - Quiz

De meiden waren nog redelijk jong en durfde nog niet zoveel te doen.
Correcte zin?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wij hebben de man....(bedreigen).
A
bedreigd
B
bedreigt

Slide 7 - Quiz

Waar ik wel eigen rechter heb.... (spelen)
A
gespeelt
B
gespeeld

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?
Voor 'maar'- 'want' altijd een komma.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Het .... in eigen handen nemen.
A
lot
B
heft

Slide 10 - Quiz

Zij zaten op de opleiding handhaving, toezicht en veiligheid.
Waar staan de hoofdletters?
A
Nergens
B
Handhaving, toezicht en veiligheid
C
Handhaving, Toezicht en Veiligheid

Slide 11 - Quiz

Het was de dag na...
A
oud en nieuw.
B
Oud en Nieuw.

Slide 12 - Quiz

Dit speelde zich af in de derde van het ......
A
vmbo
B
VMBO

Slide 13 - Quiz

Welke woorden
met een hoofdletter?

Slide 14 - Mind map

Hoofdletters
  • Aan het begin van de zin
  • Officiële feestdagen (Kerstmis-Nieuwjaar-Hemelvaartsdag)
  • Namen van merken, bedrijven en instellingen
  • Aardrijkskundige namen (Schagen, Den Helder-Zuid, Franse kaas)
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen (VVD, KLM, RTL4)

Slide 15 - Slide

Let op!
  • Samenstellingen van feestdagen (kerstdiner-paashaas)
  • 's Avonds ging ik sporten.
  • Maanden
  • Ingeburgerde afkortingen (aub, tv, wc)
  • Meneer Van Dijk - Joris van Dijk - dhr. J. van Dijk

Slide 16 - Slide

1. Weet jij de (pincode) uit je hoofd?
2. De vader van (anne de groot) heeft opgebeld.
3. Op (antartica) heersen lage temperaturen.
4. De lessen (engels) en handvaardigheid vervallen vandaag.
5. Hij reed weg in een witte (ford escort) .
6. We hebben een reis geboekt bij (holland international)
7. Esther moet in (juni) rijexamen doen.
8. 4 (wagens) waren total loss.
9. De bioloog bestudeert de flora van het (noord-hollandse) duingebied.

Slide 17 - Slide