Les 1 - H1 Grammatica: ow, zn, lv, mv, bijstelling, bvn

Welkom AH3F!
  • We zorgen voor een veilige leeromgeving
  • We laten elkaar uitpraten
  • We laten elkaar en elkaars spullen met rust
  • We letten op ons taalgebruik
  • Spullen compleet
Jas uit
Tas van tafel
Laptop, boek en schrift op tafel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom AH3F!
  • We zorgen voor een veilige leeromgeving
  • We laten elkaar uitpraten
  • We laten elkaar en elkaars spullen met rust
  • We letten op ons taalgebruik
  • Spullen compleet
Jas uit
Tas van tafel
Laptop, boek en schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Lesindeling
- Lesdoel
- YES-week 1 
- Herhaling grammatica
- Zelfstandig werken / verlengde instructie 
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les...
... Heb je de grammatica van jaar 1 en 2 herhaald 
(wwg-nwg-ow-lv-mv-bwb-bvb-bijstelling)

Slide 3 - Slide

YES week 1

Slide 4 - Slide

Willem is jarig geweest.
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk

Slide 5 - Quiz


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
De persoonsvorm van een zin.
B
Alle werkwoorden in een zin.
C
De persoonsvorm en onderwerp van een zin.

Slide 7 - Quiz

In welke zin staat een bijstelling?
A
Ik vind het vak Frans erg leuk, hoewel het wel moeilijk is.
B
In de zomer gaan wij veel zwemmen, lekker eten en veel fietsen.
C
Mijn moeder gaat uit eten met Sandra, haar beste vriendin.
D
Morgen wordt onze school bezocht door Typhoon, mijn zusje gaat mee.

Slide 8 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 9 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch

Slide 10 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Caro legt het onderwerp uit.
A
Caro
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 11 - Quiz

Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Jij kan het lijdend voorwerp in deze zin vinden.

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in deze zin
D
kan vinden

Slide 12 - Quiz

Grammatica herhaling 1/2
Zinsdeel
Betekenis
Voorbeeld
Wwg
Alle werkwoorden in een zin
Zij heeft naar huis gebeld
Nwg
Koppelwerkwoord + zn/bvn
Zij is een getalenteerde zangeres
Ow
Wie/wat + persoonsvorm
De jongen houdt van lezen
Lv
Wat/wie + persoonsvorm + ow
Senna kijkt een leuke film
Mv 

Aan/voor wie + pv + ow + lv
Zij geeft de tas aan het meisje

Slide 13 - Slide

Grammatica herhaling 2/2
Zinsdeel
Betekenis
Voorbeeld
Bwb
Tijd, plaats, hoeveelheid, hoe, waar, waarom etc. 
Morgen vertrekken we met de auto naar Spanje

Bvn 
Zegt iets over het zn
De slimme leerlingen luisteren goed
Bijstelling
Zinsdeel dat meer informatie geeft over het zn (achter het zn)
Mijn schoenen, de nieuwe Nikes, heb ik cadeau gekregen

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Blz. 20-21
Opdracht 1 t/m 3
Hoe
Boek en schrift
Hulp
Aantekening / klasgenoot / verlengde instructie
Tijd
15 minuten
Klaar?
Nakijken

Slide 15 - Slide

Tot morgen!
Neem mee: laptop, boek en schrift

Slide 16 - Slide