Hoofdstuk 19 t/m § 19.2

Hoofdstuk 19 Het proces-verbaal.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Handhaving toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 19 Het proces-verbaal.

Slide 1 - Slide

Het proces-verbaal 
  • Ook wel PV
  • Het schrijven van een goed PV is net zo belangrijk als het andere politiewerk dat wordt gedaan op straat of aan het bureau. 
  • Het PV is niet alleen het onderzoeksverslag waarin de betrokken opsporingsambtenaren beschrijven wat er is gebeurd en welke bevoegdheden zij hebben toegepast. 
  • Het dient daarnaast als bewijsmiddel en geeft de rechter op de terechtzitting de belangrijkste feiten (zowel belastend als ontlastend) uit het opsporingsonderzoek.  

Slide 2 - Slide

Inleiding voor deze les
Leerdoelen (blz. 19-3)
  1. een omschrijving geven van het begrip proces-verbaal
  2. benoemen wat het doel is van het proces-verbaal
  3. benoemen wat de bestemming van het proces-verbaal is
  4. aangeven om welke redenen het Openbaar Ministerie van vervolging kan afzien
  5. benoemen wat men onder discretionaire bevoegdheid verstaat
  6. de gevolgen noemen van het feit dat een proces-verbaal een wettig en overtuigend bewijsmiddel is
  7. benoemen in welke gevallen er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 19
  • Het proces-verbaal bevat: 
  • een woordelijk
  • objectief
  • volledig en 
  • chronologisch verslag van wat is gebeurd

Slide 4 - Slide

Proces-verbaal
In een proces-verbaal wordt genoemd:
  1. het strafbare feit (alle bestanddelen SF)
  2. de bevindingen (redenen van wetenschap = zintuigelijke waarnemingen: ik zag, ik hoorde, ik rook etc.)
  3. de verrichtingen (zoals: verkregen bewijs, aanhouding, welk strafbaar feit, voorgeleiding, rechtshulp, cautie, verhoor, in verzekering stellen, heenzenden)

Slide 5 - Slide

Proces-verbaal
  • Het PV is een woordelijk verslag van de gebeurtenissen;
  • PV op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt;
  • Opzettelijke onwaarheden in het PV levert het misdrijf meineed (art. 207 WvSR) en valsheid in geschrift (art. 225 WvSR) op

Slide 6 - Slide


Hiernaast zie je een voorbeeld van een proces-verbaal van de Dienst Regionale Recherche.
Je ziet dat er al vaste zinnen voorgedrukt zijn. De verbalisant(en) vullen dit proces-verbaal aan met hun toegepaste bevoegdheden en hun bevindingen.

Slide 7 - Slide

Proces-verbaal geeft antwoord op de zeven W's
  1. Wie kan in verband worden gebracht met het misdrijf?
  2. Wat is er precies gebeurd? 
  3. Waar heeft het misdrijf plaatsgevonden en waar zijn sporen achtergebleven? 
  4. Waarmee is het misdrijf gepleegd? 
  5. Wanneer heeft het misdrijf plaatsgevonden? 
  6. Waarom heeft het misdrijf plaatsgevonden?
  7. Op welke wijze heeft het misdrijf plaatsgevonden? 

Slide 8 - Slide

Inhoud van het proces-verbaal
  • De OA moet bevoegd zijn om het PV op te maken;
  • De BOA beperkt zich tot strafbare feiten waarmee hij is belast;
  • Ten spoedigste opmaken PV van het door hem opgespoorde strafbare feit  (artikel 152 lid 1 WvSV)
  • De OA vermeldt zijn verrichtingen in het opsporingsonderzoek → hoe verzameld, welke bevoegdheden zijn gebruikt en de gedane verplichte mededelingen*;
  • *Verplichte mededelingen: welk strafbaar feit, recht op rechtsbijstand en de cautie

Slide 9 - Slide

Inhoud van het proces-verbaal
  • De OA beschrijft zijn bevindingen in het opsporingsonderzoek:
  • waarnemingen, 
  • belastend- en ontlastend- bewijs  
  • geen conclusies maar feitelijkheden 
  • redenen van wetenschap: 
  1. zien, 
  2. horen, 
  3. ruiken, 
  4. proeven of 
  5. voelen

Slide 10 - Slide

discretionaire bevoegdheid
  • de OA kan, onder verantwoordelijkheid van het OM, nalaten proces-verbaal op te maken → beslissingsvrijheid van de OA = discretionaire bevoegdheid (artikel 152 lid 2)
  • Deze discretionaire bevoegdheid is niet de zelfstandige bevoegdheid van de opsporingsambtenaar maar de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie om geen proces-verbaal op te maken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Niet toezenden
  • Toezending van het PV kan alleen met instemming van de OvJ achterwege worden gelaten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Seponeren 1
  • seponeren op haalbaarheid:
  1. de OvJ vindt dat er geen strafbaar feit is gepleegd;
  2. er is geen bewijs dat de verdachte het feit heeft gepleegd;
  3. het bewijs is onrechtmatig verkregen
  • Een verdachte vervolgen in een zaak die niet haalbaar is heeft geen strafvorderlijk doel (art 132a WvSV)

Slide 15 - Slide

Seponeren 2
  • Seponeren op gronden aan het algemeen belang ontleend (art 167 WvSV)
  • Dit wordt ook wel het opportuniteitsbeginsel genoemd
  • Dit houdt in dat vervolging niet opportuun (niet geschikt, niet op zijn plaats) is en er niet vervolgd hoeft te worden.
  • Dit kan de OvJ doen wanneer hij vindt dat de dader al genoeg gestraft is. bijvoorbeeld

Slide 16 - Slide

Wettig- en overtuigend bewijs
  • Een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal, dat aan de wettige eisen voldoet levert uniek bewijs op. (art 339 en 344 lid1 sub 2 WvSV)
  • De rechter moet, door de inhoud van het proces-verbaal, overtuigd zijn dat de verdachte (en niemand anders) het ten laste gelegde feit heeft gepleegd en dat het bewijs rechtmatig is verkregen. (art 338 WvSV)
  • De rechter kan op basis van het proces-verbaal, dat is opgemaakt door één opsporingsambtenaar, baseren dat de verdachte het tenlaste gelegde feit heeft begaan. (art 344 lid2)

Slide 17 - Slide

onvoldoende bewijs
  • Alleen de verklaring van de verdachte (art. 341 lid 4 WvSV) of de verklaring van één getuige (art. 342 lid 2 WvSV) levert onvoldoende bewijs op voor een veroordeling
  • In dit geval is er aanvullend bewijs nodig die de verklaring van de verdachte of één getuige ondersteunen.

Slide 18 - Slide

Wat zijn de redenen van wetenschap

Slide 19 - Open question

Worden de emoties van de aangever van een mishandeling en de emoties van de opsporingsambtenaar opgenomen in het proces verbaal?
A
Ja
B
van de aangever wel, van de opsporingsambtenaar niet
C
van de aangever niet, van de opsporingsambtenaar wel
D
Nee

Slide 20 - Quiz

Is alleen de bekennende verklaring van een verdachte voldoende voor een veroordeling
A
Ja, hij heeft het feit bekend
B
Nee, er moet aanvullend bewijs worden geleverd

Slide 21 - Quiz

Is een proces-verbaal opgemaakt door één opsporingsambtenaar voldoende om een verdachte te veroordelen
A
Nee, er moet aanvullend bewijs worden geleverd
B
Ja, een op ambtseed of ambtsbelofte getekend proces-verbaal is uniek bewijs
C
Alleen als de verdachte het feit bekend
D
Dit hangt af van de omstandigheden

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide