0205 - adjectives & adverbs / comparative superlative

let's sum things up
  • How have you been?

  •  adjectives & adverbs
  • comparative & superlatives 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

let's sum things up
  • How have you been?

  •  adjectives & adverbs
  • comparative & superlatives 

Slide 1 - Slide

How have you been?
  • Naar aanleiding van een aantal vragen over unit 3
  • de dingen waar je met Engels  bij unit 3 tegenaan loopt nog even op een rijtje gezet

Slide 2 - Slide

Wat is een adjective? En geef een voorbeeld

Slide 3 - Mind map

Wat is een adverb? En geef een voorbeeld?

Slide 4 - Mind map

Adjectives
Zeggen iets over het zelfstandige naamwoord

You have a cute dog.
That dog is very cute.

Slide 5 - Slide

Adjectives
Zeggen iets over het zelfstandige naamwoord

Jij hebt een lieve hond
Die hond is erg lief

Slide 6 - Slide

Adverbs
Zeggen iets over het werkwoord
adVERB

De hond rent snel

The dog runs quickly



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Bijvoegelijk naamwoord
Adjective (bijv. nw) zegt iets over het zelfstandige naamwoord
The tasty chocolate
The fast car
That cat is cute

Slide 9 - Slide

Adverb (bijwoord)
Adverb zegt iets over een werkwoord (of ander bijvoegelijk naamwoord)

That car drives quickly
Your dog barks loudly

Maak je door -ly achter de adjective te zetten (loud - loudly)
Easy - easily
Good - well
Fast - fast

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geef een voorbeeld van comparatives & superlatives

Slide 12 - Mind map

Comparatives & superlatives
De trappen van vergelijking
Die gebruik je dus om het één met iets anders te vergelijken.

Mijn kat is ouder dan jouw kat.
Jouw kat is de liefste.
Die hond is net zo groot als mijn hond

Slide 13 - Slide

Comparatives & superlatives
  • Mijn kat is ouder dan jouw kat.
  • --> my cat is older than your cat.
  • Jouw kat is de liefste.
  • --> your cat is the sweetest.
  • Die hond is net zo groot als mijn hond.
  • --> that dog is as big as my dog.

Slide 14 - Slide

comparatives & superlatives
Comparative = de vergelijkende trap
Ik ben kleiner dan jij.

Superlative = de overtreffende trap
Ik ben de kleinste van ons drieën. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Waar wil je de volgende keer hulp mee?

Slide 17 - Mind map