H2.2 - Les 5: Rivieren van ijs

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Van de bergen

naar de zee

H2.2: Rivieren van ijs

Wat gaan we doen vandaag?

* Uitleg rivieren van ijs deel 2

* Aantekeningen

Alpen: Jong of oud?

1. Jong
2. Oud

De Alpen is een ....

1. Middelgebergte
2. Laagland
3. Hoogvlakte
4. Hooggebergte

Lesdoelen van vorige les

1. Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, firnbekken en gletsjer.
   
2. Je kunt 3 soorten morenen benoemen met de juiste locatie bij een gletsjer.

4

1. Firnbekken

2. Gletsjer

3. Gletsjerpoort

4. Zijmorenen

1. Gletsjerpoort

2. Eindmoreen

3. Glacier-fed river

4. Lateral moraine

5. Glacier

MORAINES

Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, firnbekken en gletsjer (B87).

firn - korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.

firnbekken - Een verzameling overjarige sneeuw hoog in de bergen.

Doelen van vandaag

1. Je kunt de verschillen in ontstaanswijze tussen een U-vormig dal en een V-
   vormig dal uitleggen. 
2. Je kunt de begrippen gletsjertunnel, gletsjerpoort en een gletsjerrivier met elkaar
   in verband brengen. 
3. Je kunt uitleggen hoe het verweringsmateriaal wordt meegevoerd door  verschillende transporteurs (B83).

V-dal

U-dal

Kenmerken van een 

V-dal 

*Steile wanden komen samen in de rivier

*Geen dalbodem

*Door de rivier slijt het dal steeds dieper uit in een V

Kenmerken van een 

U-dal 

*Hoge steile wanden

*Vlakke brede bodem/dal

*Door een gletsjer slijt het dal uit in een U

H2.2: Rivieren van ijs

Je kunt de begrippen gletsjertunnel, gletsjerpoort en een gletsjerrivier met elkaar in verband brengen. 

Leg uit hoe verweringsmateriaal kan worden vervoerd (transport)

Een gletsjer zorgt voor

1. Verwering
2. Erosie
3. Beide
4. Sneeuw

Dit dal is gevormd door een...

1. Gletsjer
2. Rivier

Een gletsjer ontstaat in een ...

1. morene
2. dal
3. firnbekken
4. gletsjertunnel

Wat is de juiste volgorde?

1. Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> firn -> firnbekken -> begin gletsjer
2. Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> begin gletsjer -> firn -> firnbekken
3. Firnbekken -> Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> begin gletsjer -> firn

Dit dal is geërodeerd door een...

1. Rivier
2. Gletsjer

wanneer lag er in Nederland een grote gletsjer?

1. laatste ijstijd
2. voorlaatste ijstijd

Hoe heet hetgene wat een gletsjer mee naar beneden vervoert?

1. Moreno
2. Morene
3. Eindmorene
4. Grondmorene

Wat kan een gletsjer allemaal vervoeren?

1. Vooral klei
2. Vooral zand
3. Vooral grote stenen
4. Alles

Hoog in de Alpen vindt je vooral....

1. gemengde rivieren
2. regenrivieren
3. gletsjer rivieren
4. smeltwaterrivieren

Op deze afbeelding zie je een ....

1. Firnbekken
2. Gletsjertunnel
3. Eindmorene
4. Gletsjer

Hoe noem je de verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen?

1. Finbekken
2. Fimbekken
3. Firnbekken
4. Gletsjer

Aan de slag!

• Lezen H2.2
  
• Lees ook basisboeknummers 83 en 118.
• Maak opdracht 7, 8,9 en 10

• Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op. 

KLAAR? Leer de begrippen van H2