Bij welke optie is de zin goed verdeeld in zinsdelen?
Hij gaf de lastige klus aan zijn slimme collega.
A
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn | slimme collega.
B
Hij gaf | de lastige klus | aan
| zijn slimme collega.
C
Hij | gaf | de lastige klus | aan zijn slimme collega.
D
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.
Slide 8 - Quiz
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.
Slide 9 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Video
Een bijvoeglijke bepaling is dus GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een ander zinsdeel.
Zoals van:
het onderwerp,
het lijdend voorwerp,
het meewerkend voorwerp en/of
de bijwoordelijke bepaling(en) …
Slide 12 - Slide
Wat is het verschil tussen zin 1, 2 en 3?
1. In die zaal |heeft | dat meisje | een schilderij | bekeken.
2. In die nieuwe zaal | heeft | dat leuke meisje|een prachtig schilderij| bekeken.
3. In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals| bekeken.
Slide 13 - Slide
Door in zin 1 woorden/woordgroepen bij te voegen hebben we zin 2 en 3 gekregen.
Die woorden/woordgroepen zeggen iets extra's over zaal, over meisje, over schilderij: over een zelfstandig naamwoord dus.
Dat extra's kan vóór en achter het zelfstandig naamwoord (kernwoord) staan. Wanneer het achter een zelfstandig naamwoord staat begint het met een voorzetsel (van, in, op etc.)
Slide 14 - Slide
Schrijf de kernwoorden op: 3. In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
Mijn kleine broertje van acht jaar mocht afgelopen zaterdag aan een belangrijke voetbalwedstrijd meedoen.
Slide 17 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en) (zijn rood)
Mijn kleinebroertjevan acht jaar /mocht/ afgelopenzaterdag/ aan een belangrijkevoetbalwedstrijd /meedoen.
Slide 18 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
De mooie ring van mijn oma heb ik in een mooi, blauw doosje gedaan.
Slide 19 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en) (zijn rood)
De mooieringvan mijn oma /heb /ik/ in een mooi, blauwdoosje /gedaan.
Slide 20 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
Ik neem iedere dag vijf sneeën met kaas mee naar mijn werk.
Slide 21 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
Ik /neem /iederedag /vijfsneeënmet kaas/ mee /naar mijn werk.
Slide 22 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
Aan het begin van het schooljaar hebben de leerlingen uit klas m2e een zakelijke e-mail met bijlage naar hun docent Nederlands gestuurd.
Slide 23 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
Aan het beginvan het schooljaar /hebben /de leerlingenuit klas m2e /een zakelijkee-mail met bijlage/ naar hun docentNederlands/ gestuurd.
Slide 24 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
De aardige tuinman uit Dinther heeft de
hele oude bomen in de tuin van de bakker in het najaar omgezaagd.
Slide 25 - Slide
Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd.
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)
De aardigetuinmanuit Dinther /heeft /de hele oudebomenin de tuin van de bakker/ in het najaar /omgezaagd.
Slide 26 - Slide
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke
bepaling
Ze
heeft
een
mooie,
rode
auto.
Slide 27 - Drag question
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke
bepaling
Hij
kocht
een
hele nieuwe
telefoon.
Slide 28 - Drag question
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke
bepalingen.
Slide 29 - Drag question
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.