2.2 breuken optellen en vermenigvuldigen

Leerdoelen

- Ik kan breuken optellen.

- Ik kan breuken vermenigvuldigen

Planning

- Wat weet je van een breuk?

- Breuken optellen + oefenen

- Breuken vermenigvuldigen + oefenen

- Afsluiten

1 / 17

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen

- Ik kan breuken optellen.

- Ik kan breuken vermenigvuldigen

Planning

- Wat weet je van een breuk?

- Breuken optellen + oefenen

- Breuken vermenigvuldigen + oefenen

- Afsluiten

Slide 1 - Slide

Breuken bestaan uit...

Boven en onder

Teller en noemer

Naam en achternaam

Vier cijfers

Slide 2 - Quiz

Welke 2 breuken zijn hetzelfde

2/4

1/4

2/3

1/2

Slide 3 - Quiz

breuken optellen

Slide 4 - Slide

breuken optellen

Slide 5 - Slide

Reken uit:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} =

2/7

5/14

5/7

Slide 6 - Quiz

Gelijknamige breuken optellen

- Als de noemer gelijk is noemen we dit een gelijknamige breuk

- Bij een gelijknamige breuk mag je de tellers optellen

Slide 7 - Slide

Niet gelijknamige breuken optellen.

Slide 8 - Slide

Niet gelijknamige breuken optellen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 9 - Slide

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken

Waar

Niet waar

Slide 10 - Quiz

Reken uit:

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 4 ​} =

Kan niet

3/21

3/14

7/7

Slide 11 - Quiz

Reken uit:

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Kan niet

3/5

7/6

1 1/6

Slide 12 - Quiz

Ik kan breuken optellen

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} =

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 14 - Slide

Breuken vermenigvuldigen

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​}

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 15 - Quiz

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 16 - Open question

Afsluiten

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Slide

2.2 breuken optellen en vermenigvuldigen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

More lessons like this

2.5 breuken optellen met helen

2.5 breuken optellen

Breuken

Startrekenen 1F Domein 1 H6 Breuken deel 4

120. Deel 7b, blok 4, week 1 Les 2 breuken gelijk maken

Rekenen met breuken

Gelijknamige Breuken Optellen en Aftrekken

HAVO 3 Het herleiden van breuken Hoofdstuk 10