Unit 3 Lesson 2.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Friday, November 15

Afspraken 

• Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  
• Je luistert en bent dus stil
  
• Je werkt mee
  
• Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  
• Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  
• Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is

• Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Lesson plan

Recap

• Words 3.1
• Grammar: difference between the Past Simple and Past Continuous
  
• Homework

At the end of this lesson you...

• Have practised the words from Unit 3.1
• Know the difference between the Past Simple and Past Continuous
• Have practised the words from Unit 3.1

Past Simple, page 100

Past Continuous, 101

Please, take out your notebook.

Past Simple

What do you remember?

.....

.....

.....

.....

.....

3 soorten zinnen..

       bevestigend                     ontkennend                      vragend

+

-

?

Past Simple, page 100

- Verleden tijd: PAST Simple

- Iets wat al is gebeurd en voorbij is:

      "I walked to school this morning."

      "We looked at each other."

- Heeft soms ook een tijdsbepaling, zoals: this morning, yesterday, last week, two days ago

                                               Werkwoord + "ED" 

Bevestigend

Onregelmatige werkwoorden

- Onregelmatige werkwoorden: uit je hoofd leren

Pagina 173-174 in je boek staat een lijst met onregematige werkwoorden!!!

Voorbeelden:

To buy - bought - bought

To wear - wore - worn

To begin - began - begun

To sing - sang - sung

• He played a match on Sunday.
• He didn't play a match on Sunday. 
  
  
• She worked at a snackbar.
• She didn't work at a snackbar. 
  
  
• Verstappen won the race.
• Verstappen didn't win the race.

• He played a match on Sunday.
  
• Did he play a match on Sunday?
  
  
• She worked at a snackbar.
  
• Did she work at a snackbar?
  
  
• Verstappen won the race.
  
• Did Verstappen win the race?

Ontkennend maken

Vragend maken

Past Simple - Past Continuous

Past Continuous

Wanneer gebruik je Past Continuous?

Eigenlijk is het heel simpel, want er geldt maar 1 regel:

• Je gebruikt de Past Continuous om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje duurde of een tijdje aan de gang was. 

• Het verschil met de Past Simple is dus dat de Past Simple gaat om een moment, terwijl de Past Continuous gaat over een langere gebeurtenis. 
  

Past Continuous

Hoe maak je die?

De regel is vrij eenvoudig:

• Past Continuous = was / were  +   werkwoord+ing

1. was hoort bij enkelvoud (I, he, she, it)
2. were hoort bij meervoud en bij you (you, we, you, they)

What do you remember about Past Continuous?

Open your workbooks!

Together!

Do: Exc. 8/9, page 98/99

Unit 3: Lesson 1

Chromebook - Unit 3 - Lesson 1 - PractiseMore 3.1

At the end of this lesson you...

• Talked about the last lesson
• Know the difference between the Past Simple and Past Continuous
• Have practised the words from Unit 3.1

Did we reach our goals?

✅

Reflection

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Monday, 18 November

Study:

Words Unit 3, lesson 1, page 170

Do: Chromebook - Unit 3 - Lesson 1 - PractiseMore 3.1