Zakelijk schrijven: foto's maken van eten

Zakelijk schrijven
Foto's maken van eten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zakelijk schrijven
Foto's maken van eten

Slide 1 - Slide

Doel

Je weet de vaste volgorde van de zakelijke brief


Je kan een zakelijke brief schrijven


Slide 2 - Slide

Inleiding
Kijk eens naar het volgende filmpje.
Wat valt je op?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat zou het verschil zijn tussen creatief schrijven en zakelijk schrijven?

Slide 5 - Open question

Taalgebruik
formeel en informeel

Slide 6 - Slide

Wat valt je op?
Geachte mevrouw, groetjes, xoxo, hartelijke groet, hoi, hallo, moi!

Slide 7 - Open question

Formeel taalgebruik
Net taalgebruik = Algemeen Nederlands

Zoals het hoort, netjes

Zakelijke e-mail

Slide 8 - Slide

Informeel taalgebruik
Informeel taalgebruik is wat 'losser'

Zoals je tegen je ouders of vrienden praat

Persoonlijke e-mail


Slide 9 - Slide

Formeel
U
Geachte heer/mevrouw,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groet,
meedelen
wellicht
verzoeken
tot onze spijt/helaas

Informeel
jij, je, jou
Hoi Els,
Mazzel!
Groetjes,
vertellen
misschien
vragen
sorry/jammer

Slide 10 - Slide

Formeel of informeel?
of beide?

Wat is het taalgebruik in de volgende dia's?

Slide 11 - Slide


Een klasgenoot van de basisschool
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 12 - Quiz


Een docent
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 13 - Quiz


Een arts in het ziekenhuis
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 14 - Quiz


Jouw opa of oma
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 15 - Quiz


Een bedrijf
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 16 - Quiz


De vader van een klasgenoot
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 17 - Quiz

Conventies
vaste indeling

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Vaste indeling:

A. Adres van de afzender (schrijver)
B. Adres van de geadresseerde (ontvanger)

C. Plaats, datum
D. Aanhef (Geachte + naam + , )
E. Inleiding
F. Kern
G. Slot

H. Slotgroet (Met vriendelijke groet, )
I. Ondertekening (Handtekening + naam)

Slide 20 - Slide

Inhoud van de brief



INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?
KERN: Informatie geven.
SLOT: Wens of verwachting uitspreken. Wat wil je van de lezer?

Slide 21 - Slide

Voorbeeld
Zakelijke brief

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat gaan we de komende lessen precies doen?
1. Een schrijfplan maken en controleren.
2. Een overtuigende zakelijke brief schrijven.
3. Je eigen tekst controleren en zonodig herschrijven.
4. Elkaars brieven bekijken en beoordelen: wie heeft de beste  
     brief en waarom?
5. Je brief herschrijven.

Slide 24 - Slide

Oefenen met schrijven
Maak opdracht 55 op blz.258
Je gaat hier een schrijfplan maken.

Slide 25 - Slide

Controle schrijfplan
Laat een klasgenoot je schrijfplan controleren.
Zijn er drie deelonderwerpen?
Staat er bij ieder deelonderwerp informatie uit de tekst?
Staat bij ieder deelonderwerp een eigen mening?
Staat bij iedere mening een toelichting of een voorbeeld?
--> Vul zo nodig je schrijfplan aan.

Slide 26 - Slide

Je gaat een zakelijke brief schrijven
Maak opdracht 56, je schrijft alleen geen e-mail, maar een brief.
Denk aan de afspraken over de indeling van een zakelijke brief.

Slide 27 - Slide