week 13 december

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

En ligne

• les devoirs: compter
• grammaire: passé composé
• 
  

Le but: à la fin de ce cours:

• kan ik steeds beter tellen in het Frans
• Begrijp ik het voltooid deelwoord met avoir

écris en chiffres:
quatre x cinq = vingt

écris en chiffres:
quarante-huit

écris en chiffres:
trente-trois

écris en chiffres:
soixante et onze

écris en chiffres:
quatre-vingt-deux

écris en chiffres:
quatre-vingt-dix-neuf

écris en chiffres:
vingt-deux

schrijf in cijfers:
cinquante-sept

écris en chiffres:
soixante-quinze : quinze = cinq

écris en chiffres:
cent - soixante = quarante

écris en chiffres:
quatre-vingt-dix-neuf + quatre-vingt-dix-neuf = cent quatre-vingt-dix-huit

1 croissant = €0,99. Combien coûtent 3 croissants? Ecris en chiffres (voor de slechte rekenaars: € 2,97)

maintenant

tu

sais

compter!

c'est

génial!

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Lage Zwaluwe.

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Nous ... été à Paris.

1. avons
2. avez
3. ont
4. as

J'... eu une bonne note.

1. ont
2. a
3. as
4. ai

Il ... mangé une pomme.

1. as
2. avons
3. a
4. ai

Passé composé

Vandaag gaan we verder met de voltooide tijd.

Het doel is dat je weet hoe deze tijd gevormd wordt. 

Ook moet je deze tijd actief kunnen gebruiken

Page cinquante-neuf

Bladzijde.....

Passé composé - het voltooid deelwoord

De passé composé is de verleden tijd met 2 werkwoorden.

Bijvoorbeeld: Ik heb gegeten = J'ai mangé.

Heb is het hulpwerkwoord en gegeten is het voltooid deelwoord.

Hulpwerkwoord

Je gebruikt het rijtje van avoir (hebben) als hulpwerkwoord in de passé composé.

Samengevat - Passé composé

Persoon + vorm van AVOIR + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord heeft 2 vormen

1. Met werkwoorden op -ER --> É

• Manger --> Mangé

Ik heb gedanst.

1. Je danse
2. Je suis dansé
3. J'ai danse
4. J'ai dansé

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?

ai

as

a

avons

avez

ont

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje

Passé composé

Geen passé composé

Je regarde

Il parle

Ils ont parlé

Nous avons regardé

J'ai sauté

Nous sautons

Vous fermez

Vous avez fermé

Maak een zin met een passé composé.

ma

soeur

a

une

chanson

chanté

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.

Tu ... habité à Rozenburg.

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Vous ... été en France?

1. ont
2. a
3. avons
4. avez

Elle ... dansé dans sa chambre.

1. as
2. avons
3. ai
4. a

Aan de slag met ex. 16A, B, C eerste gedeelte
Wat kies je...

1. Aan de slag met de opdrachten
2. Instructietafel