LJ1 2.3 Afronden in praktische situaties / LJ2 2.2 Oplossen met inklemmen deel 2

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: LJ1 - 2.3 LJ2 2.2 deel 2
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: LJ1 - 2.3 LJ2 2.2 deel 2
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ1: Pak je spullen van wiskunde voor je: boek, schrift en werkboek en open je boek op blz 73.

LJ2: Lees de theorie op blz 68. Maak daarna opdracht 23 t/m 33.

Huiswerkcontrole

Slide 2 - Slide

2. Terugblik 
Paragraaf 2.2: Afronden

Slide 3 - Slide

Rond af op vier decimalen:
67,9548567

Slide 4 - Open question

Bij welk getal ligt 76843 het dichtste bij?
A
76000
B
77000

Slide 5 - Quiz

Rond af op duizendtal:
8523

Slide 6 - Open question

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- Weet je hoe je moet afronden in praktische situaties
- Weet je hoe je geld moet afronden.




Slide 7 - Slide

Afronden in praktische situaties
De regels voor afronden kun je niet altijd gebruiken. Je moet goed naar de situatie kijken om te weten hoe je moet afronden. Staat er bij een opdracht niet hoe je moet afronden, gebruik dan de volgende regels: 
- Kijk goed naar de situatie om te weten hoe je moet afronden.
- Geldbedragen rond je af op twee decimalen. 
- Bij contante betalingen rond je af op vijf cent. 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld:

Slide 9 - Slide

Contante betaling
Job doet boodschappen. Op de kassa staat €7,43. Job betaalt contant. Welk bedrag moet hij betalen? 
                                                                                   7,45

Bij contante betalingen rond je af op veelvouden van 5 cent.

Slide 10 - Slide

Rond het volgend bedrag af bij contante betaling: €12,34

Slide 11 - Open question

Jos heeft een plank van 240 cm. Hoeveel plankjes van 50 cm kan hij hieruit zagen?
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 12 - Quiz

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig paragraaf 2.3 opdracht 39 t/m 49 op blz 73 t/m 75.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 
timer
12:00

Slide 13 - Slide

1. Lesopening LJ2
Pak je boek van wiskunde, je schrift en je werkboek. 
Open je boek op blz 68.


Huiswerkcontrole.




Slide 14 - Slide

2. Terugblik LJ2

Slide 15 - Slide

Grafiek
Formule
Tabel

Slide 16 - Drag question


deze formule heeft een
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 17 - Quiz

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- Weet je wat een vergelijking is. 
- Kun je oplossen met inklemmen. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

5. Begeleid inoefenen
Maak samen opdracht 24 op blz. 69

Slide 20 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 33 op blz. 69 t/m 71



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast 
timer
1:00

Slide 21 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?


Huiswerk LJ1:                                          Huiswerk LJ2:
Woensdag 3 november                      Woensdag 3 november           2.3 opdracht 39 t/m 49                      2.2 opdracht 23 t/m 33

Slide 22 - Slide