H 4.2 Wat is er thuis verzekerd?

Wat gaan we doen?
  • Terugblik wat weten we nog van 4.1 + 4.2
  • Nakijken opdrachten 3, 5 en 7
  • Start met klassikaal de opdrachten maken --> 8 en 10
  • Evaluatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Terugblik wat weten we nog van 4.1 + 4.2
  • Nakijken opdrachten 3, 5 en 7
  • Start met klassikaal de opdrachten maken --> 8 en 10
  • Evaluatie

Slide 1 - Slide

JE LEERT IN DEZE PARAGRAAF
  • dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • wat voor verzekeringen je voor een huis nodig hebt
  • hoe je voor woonhuisverzekeringen de premie berekent
  • wat het gevolg is als je onvoldoende verzekerd bent 
  • hoe je kunt voorkomen dat je ongemerkt te laag verzekerd raakt

Slide 2 - Slide

Het bedrag dat je zelf moet betalen wanneer je een schade claimt
A
Polis
B
Premie
C
Eigen Risico
D
Assurantiebelasting

Slide 3 - Quiz

Waar betaal je assurantiebelasting over?
A
Alleen over de premie.
B
Alleen over de polis.
C
Over de premie en de poliskosten.
D
Wat is assurantiebelasting?

Slide 4 - Quiz

Toen Habib zijn auto achteruit wilde inparkeren, reed hij tegen een paaltje aan. De verzekering dekt de schade wel heeft Habib een eigen risico van € 75. De schade bedroeg € 430. Hoeveel procent van de schade krijgt Habib uitgekeerd?
A
17,3%
B
77,4%
C
82,6%
D
100%

Slide 5 - Quiz

Een ... verzekering dekt brandschade of stormschade aan een woning.
A
Opstal
B
Inboedel
C
AVP
D
algemene schade

Slide 6 - Quiz

Je inboedel is verzekerd voor € 40.000, terwijl deze € 60.000 waard is. Nu heb je schade van € 9.000. Hoeveel krijg je van de verzekering?
A
€ 9.000,-
B
€ 13.500,-
C
€ 6.000,-
D
€ 3.000

Slide 7 - Quiz

Klassikaal beginnen met opdrachten bespreken
Hoe: pak je boek en sla open op bladzijde 104.
Ik stel steeds een vraag.

Slide 8 - Slide

3a. Verklaar de verschillen in premies

Slide 9 - Slide

Antwoord
Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.

Slide 10 - Slide

b. Anisa sluit voor haar gezin een AVP af. Zij betaalt € 60 premie per jaar.

Kies hieronder de gemiddelde premie die bij deze verzekering hoort

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bereken hoeveel procent de premie voor Anisa (€60,-) lager dan gemiddeld is.

Slide 13 - Slide

Gemiddelde premie voor een gezin standaard: € 6 × 12 = € 72 per jaar.
Anita betaalt per jaar € 72 – € 60 = € 12 minder dan het gemiddelde.
€ 12 ÷ 72 × 100% = 16,7%

Slide 14 - Slide

Vraag 5. blz 105

Slide 15 - Slide

WETEN JULLIE DE FORMULE NOG??
     91.760    x 100= 1,24% want deel   x 100 =
7.400.000                              geheel

Slide 16 - Slide

Opdracht 7 nakijken
7 a Regio C, want
  - daar is de premie het hoogst;
  - daar heb je een hoger eigen risico dan in de andere regio’s.
 b 12.000 ÷ 1.000 × € 2,75 = € 33,00
 c € 750 – € 150 = € 600
 d 12.000 ÷ 1.000 × € 1,60 = € 19,20
  € 33,00 – € 19,20 = € 13,80 lager.

Slide 17 - Slide

Maken opdracht 8 en 10
8 Het verschil in jaarpremie is € 0,90 – € 0,64 = € 0,26 per € 1.000 verzekerd bedrag.
 240.000 ÷ 1.000 × € 0,26 = € 62,40 per jaar.
 Dat is € 62,40 ÷ 12 = € 5,20 per maand.

Slide 18 - Slide

Maken opdrachten 9 en 11
Maak paragraaf 4.2 af!

Slide 19 - Slide