Hoofdstuk 3 les 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij wiskunde! 

Welkom

Paragraaf 3.3  

Inlijsten 

Blz. 88 t/m 91

Even herhalen
Hoe bereken je het oppervlakte van een driehoek?

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC?

Lesdoelen

Bereken de oppervlakte van het driehoek?

1. 7 x 4 x 2 = 48 cm²
2. 7 x 4 : 2 = 14 cm²

Inlijsten

Inlijsten: oppervlakte= oppervlakte rechthoek - oppervlakte 'reststukjes'

Inlijsten

 oppervlakte= oppervlakte rechthoek - oppervlakte 'reststukjes'

Wat is de oppervlakte van de rechthoek

1. 5x4 = 20 cm²
2. 5x6 = 30 cm²

Welke oppervlakte heeft nummer 1?

1. 4 x 2 : 2 = 4 cm2
2. 3 x 2 : 2 = 3 cm2

Welke oppervlakte heeft nummer 2?

1. 2 x 6 : 2 = 6 cm2
2. 2 x 5 : 2 = 5 cm2

Welke oppervlakte heeft nummer 3?

1. 2 x 4 : 2 = 4 cm2
2. 1 x 4 : 2 = 2 cm2

Wat is de oppervlakte van de driehoek?

Bereken de oppervlakte

Wat kun je met het figuur eromheen?

 Oppervlakte veelhoeken

Inlijsten

duidelijk maken dat de diagonalen hier niet op de rasterlijnen liggen en dus niet precies afgelezen kunnen worden

opgave:

Bereken de oppervlakte van figuur PQRS door inlijsten.

Aanpak / stappenplan:

1. Teken een rechthoek direct om het figuur  heen; dat heet inlijsten
2.  Bereken de oppervlakte van de rechthoek
3.  Bereken de oppervlakte van de driehoeken die teveel zijn

opgave:

Bereken de oppervlakte van figuur PQRS door inlijsten.

Aanpak / stappenplan:

1. Teken een rechthoek direct om het figuur  heen; dat heet inlijsten
2.  Bereken de oppervlakte van de rechthoek
3.  Bereken de oppervlakte van de driehoeken die teveel zijn

Sleep de stappen van het inlijsten in de juiste volgorde!

Teken een rechthoek om het figuur en nummer de oppervlakten die niet bij het figuur horen

Bereken de oppervlakte van de rechthoek.

Bereken de oppervlakte van de gegeven figuur. Trek de oppervlakte van de genummerde oppervlakte af van de oppervlakte van de rechthoek.

Bereken de oppervlakte van de genummerde oppervlakten en tel ze bij elkaar op.

Opdracht 18

Wat is het oppervlakte van
de hele tuin?

1. 3 m x 2 m = 6 m²
2. 4 m x 5 m = 20 m²
3. 2 m x 3,5 m = 7 m²
4. 2 m x 5 m = 10 m²

Wat is het oppervlakte van
het tuinpad?

1. 1 m x 2 m = 3 m²
2. 2 m x 5 m = 10 m²
3. 1,5 m x 5 m = 7,5 m²
4. 1 m x 5 m = 5 m²

Wat is het oppervlakte van
beide bloemperken
bij elkaar?

1. 2 m x 2 m : 2 + 1 x 3 : 2 = 3,5 m²
2. 2 m x 2 m + 1 x 3= 7 m²

Wat is het oppervlakte
van het grasveld?

Aan het werk

Maken:  les 3.3 op bladzijde 104 t/m 106 

opdracht 14 t/m 18

   

Klaar?    

- Nakijken!

- Uitdagende opdrachten U1 (blz. 99) U2 (blz. 103) en U3 (blz. 107)

Einde les.

Bedankt en tot de volgende keer!

opgave:

Bereken de oppervlakte van vlieger PQRS

Aanpak / stappenplan:

1.  Verdeel de vlieger in 2 driehoeken
2.  Maak een hoogtelijn in één driehoek
3.  Gebruik nu de formule van oppervlakte van een driehoek
4.  Je hebt eigenlijk 2 driehoeken, dus doe het antwoord van de oppervlakte x 2

opgave:

Bereken de oppervlakte van trapezium KLMN

Aanpak / stappenplan:

1.  Verdeel het trapezium in 2 driehoeken en 1 rechthoek
2.  Gebruik nu de formules van oppervlakte die je kent 
3. Tel de oppervlaktes bij elkaar op