This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- gebruik
als je wil aangeven dat je iets GAAT DOEN
- met werkwoorden
vervoeging werkwoord IR + A + HELE WW
vb. ik ga slapen -> VOY A DORMIR
- met wederkerende ww
Levantarse -> ME VOY A LEVANTAR
"iets aan het doen zijn"
- Gaat altijd samen met het (vervoegde) werkwoord ESTAR.
- AR --> ANDO
- ER --> IENDO
- IR --> IENDO
- VB. Ik ben aan het lopen (caminar)
Estoy caminando
- VB. Ik ben mij aan het douchen (ducharse)
Me estoy duchando