#222 1tha1 grammatica zinsontleding bijw.bepaling

Welkom

Grammatica
Terugblik zinsontleden
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom

Grammatica
Terugblik zinsontleden
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift

Slide 1 - Slide





Zinsontleding






Nederlands

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

#Boekpraat
Personages
Nederlands

Wie is de hoofdpersoon?
Wie zijn de bijfiguren?

Vandaag:
Boekvlog: H@ck, Mirjam Mous

Slide 4 - Slide

ZW TH/ HA
TH: werkt verder met Cursus 5 Grammatica
$10 Mixopdrachten (online)
HA: $ 11 Bijwoordelijke bepaling, blz.224

Klaar? $5 Bijvoeglijk naamwoord (blz. 208)
timer
20:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Leerdoelen

  • Ik weet wat een bijwoordelijke bepaling is;
  • Ik kan bijwoordelijke bepalingen herkennen/benoemen in een zin. 

Slide 7 - Slide

Zinsdelen
Bekijk de volgende zin:
Ik loop. 

Dit is een complete zin met een onderwerp, een persoonsvorm en een gezegde. 
Je kunt deze korte zin aanvullen met allerlei andere zinsdelen:
Ik loop op dinsdagmorgen met mijn moeder van de markt via de Bergstraat naar de parkeerplaats.
Ontleed deze zin in je aantekeningenschrift:
- Schrijf de zin over.
- Zet strepen en benoem de zinsdelen die je kent. 

Slide 8 - Slide

Een bijwoordelijke bepaling
  • Eerder gevonden zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp , meewerkend voorwerp. 
  • Wat overblijft is meestal de bijwoordelijke bepaling (bwb). 
  • Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als  wanneer, waar, waarmee, hoe, door wie, met wie enzovoort:

Slide 9 - Slide

Hij fietste naar het sportveld.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 10 - Open question

Ik vertel het je volgende week.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 11 - Open question

Met zijn zakmes sneed hij het brood.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 12 - Open question

Ik ga met mijn vriendje naar de bioscoop.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 13 - Open question

Een bijwoordelijke bepaling
In één zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen voorkomen:

Er / woonden/ eens /een man en een vrouw /arm maar gelukkig 

/samen met hun twee kinderen/ in een donker bos.
bwb
bwb
bwb
bwb

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Ober, breng mij eens een glas water, alsjeblieft.
Mij =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een lijdend voorwerp
D
een onderwerp

Slide 16 - Quiz

Verander toch eens iets aan die haren van je !
aan die haren van je =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een onderwerp
D
een lijdend voorwerp

Slide 17 - Quiz

Aan jou kan ik geen geheim vertellen.
Aan jou =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een onderwerp
D
een lijdend voorwerp

Slide 18 - Quiz

Ik zal de anderen heus niets vertellen.

de anderen =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een lijdend voorwerp
D
een onderwerp

Slide 19 - Quiz


Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 20 - Quiz

Het verschil tussen zinsdelen benoemen en woordsoorten benoemen is dat je bij zinsontleden....

Slide 21 - Open question

Leerdoelen


  • Ik kan zinnen verdelen in zinsdelen en deze benoemen. 
  • Ik kan de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling  herkennen in een zin.
Huiswerk:


Cursus 5 Grammatica
$ 11 Bijwoordelijke bepaling (blz. 224)



Slide 22 - Slide