Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De Republiek had (als een van de weinige landen in Europa) geen vorst/koning 1
• De Republiek was ontstaan uit het conflict in de Nederlanden over de godsdienstpolitiek/de centralisatiepolitiek van de Habsburgse heersers, waardoor het wantrouwen tegen een centraal gezag/een absoluut vorst zo groot was geworden dat die niet meer werd geaccepteerd / het niet lukte een nieuwe vorst te vinden 2