A-klimaat (tropisch klimaat): de gemiddelde temperatuur van de koudste maand is niet lager dan 18 °C.
B-klimaat (aride klimaat): er valt te weinig neerslag voor boomgroei. Voor de classificatie maakt Köppen gebruik van een zogenaamde droogte-index, die uitgaat van de verhouding tussen de jaarlijkse neerslag en de (potentiële) verdamping.
C-klimaat (maritiem klimaat): de gemiddelde temperatuur van de koudste maand is niet lager dan -3 °C en niet hoger dan 18 °C, gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C
D-klimaat (continentaal klimaat): de gemiddelde temperatuur van de koudste maand is lager dan -3 °C, gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C.
E-klimaat (polair klimaat): de gemiddelde temperatuur van de warmste maand is niet hoger dan 10 °C. Het hele jaar is het iedere maand kouder dan 10 °C.