6.2 Hoeveel belasting betaal je? deel 1

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je? 
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je? 
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.

Slide 1 - Slide

Huiswerk: vragen? 
Maken en nakijken: opgave 8 t/m 11.

In deze les leer je:
- over het schijventarief in box 1;
- dat in box 1 gerekend wordt met een 
   progressief belastingtarief;
- wat bedoeld wordt met een degressief en       proportioneel tarief.


GOAL!

Slide 2 - Slide

Belasting betalen ... in 3 boxen
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en eigen woning 
            (§ 6.1 + § 6.2)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang, bijv. > 5% aandelen
Box 3: inkomen uit vermogen, bijv. spaargeld en beleggingen   
             (§ 6.2)

Slide 3 - Slide

     inkomen uit werk
  + bijtellingen
   - aftrekposten
     --------------------------
     belastbaar inkomen
eigenwoningforfait
auto van de zaak
b
hypotheekrente 
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer 
a
Het belastbaar inkomen wil je zo laag mogelijk hebben!!!
(brutoloon of nettowinst eigen onderneming)
herhaling vorige les

Slide 4 - Slide

          Pak je boek erbij! Blz. 173.

  • Maak opdracht 8, 9, 10 en 11: noteer berekeningen in schrift.
  • Hoe moet je het schema vullen? Rond alle bedragen af op hele euro's in je eigen voordeel. Alle bedragen per jaar.
  • Daarna gaan we gezamenlijk kijken hoe dit gelukt is?

Slide 5 - Slide

(12 x 3248,11) + 8% = 
38.977,32 × 1,08
8
255000 ÷ 100 × 0,5 
9a
38500 ÷ 100 × 12
10
1200 + 624
11a
185000 ÷ 100 × 2,3
9b
zie schema
11b

Slide 6 - Slide

Huiswerk: vragen? 
Maken en nakijken: opgave 8 t/m 11.

In deze les leer je:
- over het schijventarief in box 1;
- dat in box 1 gerekend wordt met een 
   progressief belastingtarief;
- wat bedoeld wordt met een degressief en       proportioneel tarief.


GOAL!

Slide 7 - Slide

Belasting betalen ... in 3 boxen
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en eigen woning 
            (§ 6.1 + § 6.2)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang, bijv. > 5% aandelen
Box 3: inkomen uit vermogen, bijv. spaargeld en beleggingen   
             (§ 6.2)

Slide 8 - Slide

Verschillende tarieven

Slide 9 - Slide

Progressief belastingtarief:
het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.

Slide 10 - Slide

Rekenen met het schijventarief

Slide 11 - Slide

Rekenopgave:
Het belastbaar inkomen is € 87.600.
Bereken de belasting in box 1.

Slide 12 - Slide

Stap 1: In schijf 1 zit € 73.031
             In schijf 2 zit € 14.569  (= 87600 - 73031)
Stap 2
Belastbaar inkomen = € 87.600

Slide 13 - Slide

Stap 1: In schijf 1 zit € 73.031
             In schijf 2 zit € 14.569  (= 87600 - 73031)
Stap 2: Belasting in schijf 1: 36,93% van 73031 = 26970,35  -->  € 26.970
             
Belastbaar inkomen = € 87.600

Slide 14 - Slide

Stap 1: In schijf 1 zit € 73.031
             In schijf 2 zit € 14.569  (= 87600 - 73031)
Stap 2: Belasting in schijf 1: 36,93% van 73031 = 26970,35  -->  € 26.970
             Belasting in schijf 2: 49,5% van 14569 = 7211,66      -->  €   7.211
Stap 3
Belastbaar inkomen = € 87.600

Slide 15 - Slide

Stap 1: In schijf 1 zit € 73.031
             In schijf 2 zit € 14.569  (= 87600 - 73031)
Stap 2: Belasting in schijf 1: 36,93% van 73031 = 26970,35  -->  € 26.970
             Belasting in schijf 2: 49,5% van 14569 = 7211,66      -->  €   7.211
Stap 3: Belasting in box 1: 26970 + 7211 = € 34.181
Belastbaar inkomen = € 87.600

Slide 16 - Slide

In Nederland gebruiken we voor box 1 dus een
progressief tarief: je betaalt in procenten meer naarmate je inkomen toeneemt.
Daarnaast onderscheiden we
proportioneel tarief: er is één belastingpercentage voor alle  inkomens (= vlaktaks).
degressief tarief: je betaalt in procenten minder naarmate je inkomen toeneemt.

in verhouding = procentueel

Slide 17 - Slide

Belasting over je vermogen

Slide 18 - Slide

Vermogensrendementsheffing berekenen

Slide 19 - Slide

Minder belasting voor iedereen

Slide 20 - Slide

Rekenen met de heffingskorting

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Slide

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 1?

Slide 23 - Open question

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Welk bedrag wordt niet belast in schijf 1 maar wel in schijf 2?

Slide 24 - Open question

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 2?

Slide 25 - Open question

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief - voorbeeld
  • Schijf 1        tot € 73.031            36,93%
  • Schijf 2       vanaf € 73.031      49,50%

Stel je verdient € 80.000
  • Schijf 1: € 73.031 : 100 x 36,93 = € 26.907,35
  • Schijf 2: € 80.000 - € 73.031 = € 6.969 -> € 6.969 : 100 x 49,50 = € 3.449,66
      -> € 26.907,35 + € 3.449,66 = € 30.357,01




Slide 26 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief - voorbeeld
  • Schijf 1        tot € 73.031            36,93%
  • Schijf 2       vanaf € 73.031      49,50%

Stel je verdient € 80.000
  • Schijf 1: € 73.031 : 100 x 36,93 = € 26.907,35
  • Schijf 2: € 80.000 - € 73.031 = € 6.969 -> € 6.969 : 100 x 49,50 = € 3.449,66
      -> € 26.907,35 + € 3.449,66 = € 30.357,01




Slide 27 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Slide

Wat wordt belast in box 1?
A
Belastbaar inkomen uit werk
B
Belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
C
Belastbaar inkomen uit eigen woning
D
Belastbaar inkomen uit spaargeld

Slide 29 - Quiz

Juist of onjuist?
Het belastbaar inkomen wordt hoger door de bijtellingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Juist of onjuist?
De aflossing van een hypotheek is
een aftrekpost.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Vul in: HOOG óf LAAG.
De belastingbetaler wil graag een zo ............. mogelijk belastbaar inkomen!
A
HOOG
B
LAAG

Slide 32 - Quiz

Wat wordt bedoeld met een
progressief belastingtarief?
A
Hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting
B
Hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting in verhouding
C
Ongeacht het inkomen betaalt iedereen hetzelfde aan belasting
D
Hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting in verhouding

Slide 33 - Quiz

Welk tarief geldt bij de zgn.
'vlaktaks'?
A
progressief tarief
B
degressief tarief
C
proportioneel tarief

Slide 34 - Quiz

Door een progressief tarief worden de inkomensverschillen in verhouding
...
A
kleiner
B
groter

Slide 35 - Quiz

Aan het werk
Maken: § 6.2
opg. 1, 2 en 3 (blz. 174)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video