Werken aan Expert College 'Hartfalen' en week 1-Hartmedicatie
Lesindeling (eerste uur)
10 minuten voor tijd gezamenlijk afronden + huiswerk
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
Benoemen wat het RAA-systeem inhoudt, op welke manier dit systeem van invloed is op hart- en vaatziekten en welke medicijnen dit systeem beïnvloeden.
De werking van diverse categorieën medicatie voor hart- en vaatziekten benoemen, zoals diuretica, bètablokkers, nitraten, hartglycosiden, calciumantagonisten en anti-arrithmica.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Vorige les
Wat zijn hartritmestoornissen?
Waarom leiden deze stoornissen tot klachten en welke klachten staan hierbij op de voorgrond?
Welk risico brengt atriumfibrilleren met zich mee?
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden bij atriumfibrilleren?
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Vorige les (2)
Bij hart- en vaatziekten wordt dit medicijn vaak voorgeschreven.
Wat voor medicijn is dit?
Wat betekent dit recept?
R/ metoprolol 100 mg
tab. dtd no 20
S/ dc 1 dd 1 tab.
Iter 2x
Slide 5 - Slide
metoprolol: bètablokker
Dosering 100 mg
1x per dag 1 tablet tijdens de maaltijd (dc)
herhaling: 2x
Bloeddruk
Bloeddruk:
Systole/bovendruk: hart pompt bloed in aorta (hart trekt samen)
Diastole/onderdruk: nieuw bloed stroomt in hart (hart ontspant)
'Normale' bloeddruk (tensie): 120/80 (120 over 80)
Systole: 120
Diastole: 80
Slide 6 - Slide
Herhaling van de kennis over de bloeddruk: wat is een normale bloeddruk?
Slide 7 - Slide
De bloeddruk is een ingewikkeld systeem dat door verschillende onderdelen van het menselijk lichaam geregeld wordt.
We hebben ons tot nu toe alleen maar gefocust op de bloedvaten... (linker deel in het schema)
Bloeddruk (2)
Bloeddruk wordt op verschillende manieren beïnvloed:
Zenuwstelsel en bloedvaten
De afgifte van hormonen door de hersenen
De werking van de nieren
Hormonen: Stofjes die andere stoffen/organen/systemen aan het werk zetten.
Enzymen: Eiwitten die een proces versnellen dat van zichzelf heel traag verloopt.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Slide 9 - Slide
We gaan ons nu richten op de nieren!
Het RAAS
Renine
Angiotensine
Aldosteron
Systeem
Bij een lage bloeddruk...
Slide 10 - Slide
Het RAAS is een systeem waarmee het lichaam de bloeddruk kan regelen.
Bij een lage bloeddruk produceren de nieren het hormoon Renine.
Het hormoon Renine zorgt voor de vorming van angiotensine 1 in het bloed
Angiotensine 1 wordt door het enzym ACE omgezet in angiotensine 2.
Angiotensine 2 zorgt voor vaatvernauwing en voor productie van aldosteron -> vasthouden van zout en water
Hierdoor stijgt de bloeddruk weer
Dus bij een lage bloeddruk...
1. Nier produceert renine
2. Renine zorgt voor vorming angiotensine-I
3. Het enzym ACE zet angiotensine-I om in angiotensine-II
4. Angiotensine-II zorgt voor vaatvernauwing en vasthouden zout en water
vasthouden zout en water
ACE-enzym
Slide 11 - Slide
Uiteindelijk gaat via dit schema de bloeddruk omhoog
Maar bij een te hoge bloeddruk dan?
Medicijnen tegen hypertensie kunnen direct werken op:
Bloedvaten: verwijden van de bloedvaten (bijv. bètablokkers en calciumantagonisten)
Verminderen van bloedvolume: diuretica verminderen vocht
En dus óók op de nieren! -> ACE-remmers en AT1-antagonisten
Slide 12 - Slide
Bij een te hoge bloeddruk wil je juist dat deze omlaag gaat.
ACE-remmers
ACE-remmers: Remmen de omzetting van angiotensine-I naar angiotensine-II
Dus géén bloedvatvernauwing
Dus géén vasthouden van water en zout
Dus een lagere bloeddruk!
Belangrijkste bijwerking: Prikkelhoest
Voorbeelden:
Enalapril
Captopril
Lisinopril
-pril
Slide 13 - Slide
ACE-remmers eindigen vaak op het woordje -pril
ACE-remmers
Slide 14 - Slide
Voorbeeld van waar de ACE-remmers op werken. Zij blokkeren dus de omzetting van angiotensine-I naar angiotensine-II
AT1-antagonisten
AT1-antagonisten: Blokkeren de werking van angiotensine-II
Dus géén bloedvatvernauwing
Dus géén vasthouden van water en zout
Dus een lagere bloeddruk!
Geen prikkelhoest als bijwerking
Voorbeelden:
Losartan
Valsartan
Candesartan
-sartan
Slide 15 - Slide
AT1-antagonisten eindigen vaak op het woordje -sartan
AT1-antagonisten
Slide 16 - Slide
This item has no instructions
Vragen?
Volgende les verder met overige medicatie hart- en vaatziekten