H3 Elektriciteit in Huis - 3.4 Een Veilige Stroomkring KL

H3 Elektriciteit in huis - 3.4 Een veilige stroomkring (Les 1)
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Elektriciteit in huis - 3.4 Een veilige stroomkring (Les 1)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Volgende week vrijdag toets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leervragen 3.4 
  • Wat is de huisinstallatie?
  • Waartegen beveiligt een zekering?
  • Hoe bereken je of er overbelasting is?
  • Wat is kortsluiting?
  • Hoe ben je beschermt tegen stroom?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de huisinstallatie?
Elektriciteit in je huis --> alle elektrische leidingen, toestellen, verlichting en stopcontacten 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stroom komt vanuit elektriciteitscentrale de hoofdzekering binnen
Hoofdzekering controleert of er niet te veel stroom binnenkomt

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Daarna stroom door elektriciteitsmeter
Meet hoeveel elektrische energie je huis gebruikt (kWh meter)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Daarna stroom door aardlekschakelaar
Controleert de hele tijd of er evenveel stroom in als uit gaat. Lekt er wat?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stroom door naar groepenkast
Stroom wordt verdeeld over groepen. Groep verzorgt elektriciteit in deel van een huis. 
Waarom groepen?

Slide 9 - Slide

Als er teveel apparaten worden ingeschakeld, wordt de stroomsterkte te groot en worden de draden te warm.
Zekeringen
Beschermt elektrische installatie tegen kortsluiting en overbelasting. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

In de meterkast gaat de zekering van groep 2 kapot.
Hierdoor wordt:
A
alleen de spanning op het defecte apparaat in groep 2 uitgeschakeld.
B
de spanning op alle apparaten in groep 2 uitgeschakeld.
C
de spanning op alle groepen in de meterkast uitgeschakeld.
D
alle apparaten in groep 2 ingeschakeld.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waartegen beschermt de zekering?
Binas T14

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zekering (smeltveiligheid)
  • Als er teveel apparaten tegelijkertijd aanstaat ontstaat er overbelasting
  • De stroomsterkte door de draden heen is dan te groot
  • Een zekering zorgt ervoor dat de stroomkring bij overbelasting wordt onderbroken (stroom uit)
  • De maximale stroomsterkte die een zekering doorlaat is meestal 16A

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je of er overbelasting is?
P = U x I 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. Vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         
Gevraagd        
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         R = 3400 W en U = 230 V (I = max 16 A)
Gevraagd        I (stroomsterkte)
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         R = 3400 en U = 230 V (I = max 16 A)
Gevraagd        I (stroomsterkte)
Formule           I = P : U 
Berekening     I = 3400 : 230 = 14,8 
Antwoord       

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         R = 3400 en U = 230 V (I = max 16 A)
Gevraagd        I (stroomsterkte)
Formule           I = P : U 
Berekening     I = 3400 : 230 = 14,8 
Antwoord        14,8 A, kleiner dan 16 A dus NEE 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is kortsluiting?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kortsluiting

Slide 21 - Slide

Ontstaat ook overbelasting. 
Pas als kortsluiting is verholpen kan je de stroom weer opnieuw inschakelen. 
Hoe ben je beschermd tegen stroom?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Beveiliging van apparaten
  • het is gevaarlijk als apparaten aan de buitenkant onder stroom komen te staan, hierdoor kan jij de stroom krijgen
  • hiervoor is er "randaarde"
  • Staat in verbinding met aarde, kan stroom zo afgevoerd worden

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Blauw = stroomaanvoer 
Bruin = stroomafvoer
Groen = aardedraad
Randaarde

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Dubbele isolatie
  • Hierdoor kan de buitenkant van het apparaat nooit onder spanning komen en het en jou doorgeven 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Binas T14
Alle symbolen in schakelingen 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag KBL
Wat: Maken 3.4 BLZ 119 opdracht 1 t/m 23 (2, 8, 16, 18 NIET)
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Klaar: laat aan mij zien: 1. Nakijken 2. Voorbereiden op toets

timer
10:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat KBL: Maken 3.4 BLZ 119 opdracht 1 t/m 24 (8, 16, 18 NIET)
Wat BBL: Maken 3.4 BLZ 135 opdracht 3 t/m 25 (14, 15 NIET)
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Klaar: laat aan mij zien: 1. Nakijken 2. Voorbereiden op toets

timer
10:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

11. Hoeveel apparaten van 100 W mogen tegelijkertijd parallel worden aangesloten op het lichtnet van 230 V, waarbij de zekering van 16 A nog niet niet alles uitschakelt?

Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Leervragen 3.4 
  • Wat is de huisinstallatie?
  • Waartegen beveiligt een zekering?
  • Hoe bereken je of er overbelasting is?
  • Wat is kortsluiting?
  • Hoe ben je beschermt tegen stroom?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bij kortsluiting gaat in de meterkast een alarm af.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waar beschermt een zekering tegen?
A
Té hoge stroomsterkte
B
Té hoge spanning
C
Kortsluiting
D
Overbelasting

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

In de meterkast zitten zekeringen.
Wat is het symbool van een zekering?

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel in de meterkast meet
of er stroom 'weg lekt'?
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)
A
Elektriciteitsmeter
B
kWH-meter
C
Hoofdschakelaar
D
Aardlekschakelaar

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Elektrische energiegebruik meet je met een?
A
Watt-meter
B
Ohm-meter
C
kWh-meter
D
Ampère-meter

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Einde van de les
  • Huiswerk: maken 3.4 opdrachten 1 t/m 24 (3, 8, 16, 18, 20 NIET)
  • Volgende les: aan rekenvaardigheid 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions