krachten: soorten krachten





krachten: soorten krachten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson





krachten: soorten krachten

Slide 1 - Slide

Overal om je heen werken krachten.

Welke  effecten kan een kracht hebben?

Slide 2 - Slide

Effecten van krachten
Krachten kun je niet zien, maar de effecten van kracht zijn wel zichtbaar.

een kracht kan:

  • de vorm veranderen van een voorwerp (tijdelijk of blijvend)
  • Snelheid geven aan een voorwerp
  • Richting van een voorwerp veranderen.

Slide 3 - Slide

Soorten krachten

Slide 4 - Slide

Soorten krachten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Krachten meten 
  • Meetinstrument = Krachtmeter (veer met schaalverdeling)
  • Grootheid = kracht 
  • Eenheid =  newton  (N)
  • Meetbereik hangt af van hoe sterk de veer is 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

welke 3 eigenschappen heeft een kracht?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Bij een kracht zijn drie eigenschappen belangrijk.:

  • Het aangrijpingspunt; een punt van het voorwerp waarop de kracht werkt. 
  • De richting; een kracht heeft altijd een richting. Werkt de kracht naar links, naar rechts, boven of onder? 
  • De grootte; hoe groter de kracht des te groter is het effect.

Slide 13 - Slide

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl. 
  • De richting van de pijl is de richting van de kracht.
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 14 - Slide

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl. 
  • De richting van de pijl is de richting van de kracht.
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 15 - Slide

Teken de volgende krachten. Let op de krachtenschaal.



a. Jan trekt met een kracht van 375 N aan het touw.
b. Nadia oefent met haar voet een kracht van 450 N uit op de evenwichtsbalk.
c. De aarde oefent een kracht van 500 N op Peter uit. Tip: deze kracht grijpt aan bij Z.
d. Het elastiek oefent op elk been van Erwin een kracht uit van 150 N.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Een cementbak  heeft een massa van 500 kg.
Bereken de zwaartekracht op de cementbak in kN.

Slide 18 - Slide

aan de slag
maken opgaven 
5 t/m 11
van 10.1

Slide 19 - Slide