2022_week10_2ha_les2_Trappen van vergelijking

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?






  • Wörter Lektion 4 schreiben/abfragen
  • Erklärung Grammatik: Trappen van vergelijking

  • An die Arbeit
  • SO verbessern und besprechen




  • Abschluss/ Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Am Ende der Stunde........
aan het einde van de kan je de trap van vergelijking van tenminste één woord benoemen, doordat je opdrachten hebt gemaakt.

Slide 5 - Slide

Wörter schreiben
  • stom
  • helemaal
  • iemand
  • duidelijk
  • saai
  • de huur
  • gebeuren
  • wanneer/als
  • tamelijk
  • tussen

Slide 6 - Slide

Wörter abfragen
  • stom
  • helemaal
  • iemand
  • duidelijk
  • saai
  • de huur
  • gebeuren
  • wanneer/als
  • tamelijk
  • tussen
  • blöd
  • gar
  • jemand
  • klar
  • langweilig
  • die Miete
  • passieren
  • wenn
  • ziemlich
  • zwischen

Slide 7 - Slide

Positiv, Komparativ, Superlativ
(Trappen van vergelijking)

Slide 8 - Slide

Bijvoegelijke naamwoorden met een a, u, o of één lettergreep
1 lettergreep

arm -ärmer-ärmst

Slide 9 - Slide

Onregelmatige bijvoegelijke naamwoorden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 
-Aufgabe 7 auf Seite 82 (Noteer eerst het tegenovergestelde woord. Bijvoorbeeld alt und neu. Vul erachter de trap van vergelijking in)
-Aufgabe 8 auf Seite 83 (Vul als of wie in)

  • Wie? De eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna fluisteren en vragen stellen.

  • Fertig? Aufgabe 9 auf Seite 83 (Vergelijk en vul daarna de juiste trap van vergelijking in)

timer
10:00
timer
5:00

Slide 12 - Slide

SO verbessern und besprechen
  • alleen een potlood/boek en spiekbrief op tafel 
  • alle toetsen zijn gescand
  • niet schrijven op de toets
  • je verbetert in je schrift of op een blaadje de foute antwoorden en telt de punten
  • fluisteren mag, ik loop rond voor vragen
timer
15:00

Slide 13 - Slide

  •  von ihrer
  • deine
  • seinen
  • meinen
  • von euren
  • unserem
  • einen
  • Meiner
  • dem
  • diese

Slide 14 - Slide

  • uns
  • sie
  • Ihnen
  • mir
  • euch
  • Sie
  • ihn
  • dir
  • ihm
  • mich

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Lernen: Woordjes: Kapitel 5, Lektion 5 
auf Seite 101 (NL>D, D> NL)  

Slide 16 - Slide

Am Ende der Stunde........
aan het einde van de kan je de trap van vergelijking van tenminste één woord benoemen, doordat je opdrachten hebt gemaakt.

Slide 17 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Tschüs!

Slide 19 - Slide