320 les 8: 10.2 / Som- en verschilgrafiek - 3M



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: H3 & vk t/m 10.1
● Uitleg: 10.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: H3 & vk t/m 10.1
● Uitleg: 10.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.

Slide 1 - Slide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt een somformule en een verschilformule
 maken en de grafiek die daarbij hoort tekenen.

Je kunt een somgrafiek en een verschilgrafiek
 tekenen  met behulp van een tabel.





H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek
6. Richtingscoefficient
     berekenen

H10: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen

Slide 2 - Slide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Terugblik
  • Wat zijn het begingetal, de variabelen en de richtingscoëfficiënt in
                             y = 150 -7,5x
  • Wat is het verschil tussen een formule en een vergelijking?
  • Hoeveel is x in deze vergelijking?
                     90 = 150 - 7,5x
  • Wat is de formule bij de tabel in
    deze opgave?

Slide 3 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik

Slide 4 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De rode grafiek.

Slide 5 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De rode grafiek.

Slide 6 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De rode grafiek.
b De groene grafiek.

Slide 7 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik

Slide 8 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De zwarte grafiek.

Slide 9 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De zwarte grafiek.

Slide 10 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
a De zwarte grafiek.
b Rood: x = -10
    Groen: y = 5
    Blauw: y = x

Slide 11 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik

Slide 12 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
_______________________

Slide 13 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
_______________________

Slide 14 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
_______________________
__________________________

Slide 15 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
_______________________
__________________________

Slide 16 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
_______________________
__________________________
____________________________

Slide 17 - Slide

plaatje kan inzoomen

Terugblik
  • Wat is de som van 1 en 3?
  • 1 + 3 = 4
  • Wat is het verschil van 5 en 3?
  • 5 - 3 = 2

Slide 18 - Slide

plaatje kan inzoomen

10.2: Som- en verschilformules
  • Je kunt ook de som en het verschil uitrekenen van 2 formules met dezelfde variabelen.
  • Stel je gaat fietsen huren. Er zijn 2 typen fietsen, een elektrische fiets en een gewone fiets. De huurprijs van de fietsen is:   
  • Elektrische fiets: huurprijs in euro = 25 + 12,50a  
  • Gewone fiets:        huurprijs in euro = 15 + 7,50a  
  • Hierin is a het aantal dagen dat je de fiets huurt.  
  • Wat kost de huur van de twee fietsen samen?

Slide 19 - Slide

som is optellen
verschil is aftellen
10.2: Som- en verschilformules
Electrische fiets: huurprijs in euro = 25 + 12,50a  
Gewone fiets:        huurprijs is euro = 15 + 7,50a  
                                           a : aantal dagen  
  • Als je de huurprijs van de fietsen gezamenlijk wilt berekenen, gebruik je dan de som of het verschil?
  •                                       Huurprijs in euro =   25   +    12,50 a      
                                            Huurprijs in euro =   15   +       7,50 a             +
                               ___________________________________________________
  •                           Totale huurprijs in euro =  40   +    20,00 a      


  • De grafiek van de laatste formule heet de somgrafiek.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Hij vraagt zich af wat het prijsverschil is tussen tent 1 en tent 2.
Formule tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
Formule tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
  • Moeten we een som- of een verschilformule maken?                                    
  • Maak de verschilformule tent 1 - tent 2
  •                          huurprijs in euro    =   80   +   250 w         
                               huurprijs in euro    =   20   +   270 w         -
                          ______________________________________________
  •                        prijsverschil in euro =    60   -     20 w
  w: tijd in weken
Hans wil een tent huren.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
tent 1 - tent 2: prijsverschil in euro = 60 - 20w
Teken de verschilgrafiek tent 1 - tent 2
w: tijd in weken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
tent 1 - tent 2: prijsverschil in euro = 60 - 20w
Teken de verschilgrafiek tent 1 - tent 2
  • Wat betekent de verschilgrafiek?
  • Na hoeveel weken zijn de tenten even duur?
  • Op welk moment is welke tent 
    goedkoper?
w: tijd in weken

Slide 23 - Slide

verschilgrafiek betekent: 
Hoeveel is het prijsverschil na een aantal weken.

De tenten zijn even duur als de verschilgrafiek = 0, dus na 3 weken.

Tent 1 is tot de derde week duurder. 
Tent 2 is duurder na 3 weken.
10.2: Som- en verschilformules
Som- en verschilgrafiek tekenen als je
twee grafieken hebt. 

  1. Maak een som- of verschiltabel.
  2. Teken de som- of verschilgrafiek.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

  • Maak hiervan daarna de winstgrafiek:

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

10.2: Som- en verschilformules
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

  • Maak hiervan daarna de winstgrafiek:

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Besproken leerdoelen

Je kunt een somformule en een verschilformule
 maken en de grafiek die daarbij hoort tekenen.

Je kunt een somgrafiek en een verschilgrafiek
 tekenen  met behulp van een tabel.





H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek
6. Richtingscoefficient
     berekenen

H10: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen

Slide 36 - Slide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Huiswerk
Maken: 
Paragraaf 10.2 volgens jouw leerroutes

Nakijken:
Huiswerk van H3 en H10 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les
Testopgaven
B -> blz. 234
C -> blz. 241

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions