This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Grafieken en tabellen aflezen
Grafieken en tabellen aflezen is altijd heel belangrijk, maar voor je biologie-examen zeker ook!
Daarom deze lesson-up, waarbij je oefent met het aflezen van grafieken en tabellen
Slide 2 - Slide
Opgave: lees eerst de informatie
Slide 3 - Slide
vmbo examen 2022-2
Slide 4 - Slide
Hoe pak je zo'n vraag aan?
Kijk eerst goed wat er precies gevraagd wordt.
Wat weet jij er al van?
Uit de informatie is af te leiden sinds wanneer kinderen ingeënt worden
tegen de bof.
Sinds wanneer is dat?
de vraag
Als je Ingeënt wordt, krijg je de ziekte niet meer
Als je Ingeënt wordt, krijg je de ziekte niet meer.
Dus als kinderen ingeënt zijn, hebben minder kinderen de ziekte
Als je Ingeënt wordt, krijg je de ziekte niet meer.
Dus als kinderen ingeënt zijn, hebben minder kinderen de ziekte
En dan gaan dus de aantallen ziektegevallen naar beneden...
Je moet dus kijken naar het minder worden van het aantal ziektegevallen
Hints
Weet je nu waar je naar moet kijken in de grafiek?
Klik dan hiernaast, dan opent de grafiek zich en kan je het antwoord vinden
Slide 5 - Slide
Uit de informatie is af te leiden sinds wanneer kinderen ingeënt worden tegen de bof. Sinds wanneer is dat?
Slide 6 - Open question
Opgave betablokkers examen 2022-2
Slide 7 - Slide
De dokter meet de bloeddruk van een patiënt. Zij bekijkt bovenstaande informatie en zegt tegen de patiënt: “Uw bloeddruk is lager dan gemiddeld, maar hij is wel te hoog”.
Bij welke patiënt is dit een juiste diagnose?
Je hoeft hier niets voor te weten!
De informatie staat in de tekst én in de tabel.
Gebruik de accentueerstift om dit aan te geven
Voor iedereen geldt: een bloeddruk hoger dan 140 is een hoge bloeddruk.
Voor wie geldt dit?
Voor iedereen geldt: een bloeddruk hoger dan 140 is een hoge bloeddruk.
Voor wie geldt dit?
Kijk nu naar welke leeftijdsgroep hoger gemiddeld zit dan 140
Slide 8 - Slide
De dokter meet de bloeddruk van een patiënt. Zij bekijkt bovenstaande informatie en zegt tegen de patiënt: “Uw bloeddruk is lager dan gemiddeld, maar hij is wel te hoog”. Bij welke patiënt is dit een juiste diagnose?
A
bij een man van 56 jaar met een bloeddruk van 131 mmHg
B
bij een man van 62 jaar met een bloeddruk van 142 mmHg
C
bij een vrouw van 56 jaar met een bloeddruk van 131 mmHg
D
bij een vrouw van 56 jaar met een bloeddruk van 131 mmHg
Slide 9 - Quiz
Gedragsonderzoek bij heliconiusvlinders
eindexamen 2022-2
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Uit de resultaten blijkt dat de vlinders in fase 1 eende tabel voorkeur hebben voor
een bepaalde bloemvorm.
Welke bloemvorm had in fase 1 de grootste voorkeur van de vlinders?
In hoeveel procent van alle bezoeken in fase 1 was deze bloemvorm
de eerste keus?
Kijk naar de grafiek. Waar is de staaf het hoogst in periode 1 (de eerste staaf)
Dit is het eerste deel van het antwoord
Nu moet je gaan rekenen:
Deel/geheel*100%
Deel is: de hoogte van de staaf die jij bij antwoord 1 gebruikt hebt
Geheel is: alle staven van periode 1 bij elkaar opgeteld
Dit is het tweede deel van het antwoord
Slide 13 - Slide
Uit de resultaten blijkt dat de vlinders in fase 1 een voorkeur hebben voor een bepaalde bloemvorm. Welke bloemvorm had in fase 1 de grootste voorkeur van de vlinders? In hoeveel procent van alle bezoeken in fase 1 was deze bloemvorm de eerste keus?
Slide 14 - Open question
In fase 2 was er één bloemvorm met suikerwater. Uit de resultaten is af te
leiden welke dat is.
Noem de letter van deze bloemvorm.
Bedenk hierbij:
Wat is er veranderd?
Hoe zou ik dat kunnen zien?
Heliconiusvlinder
grafiek
In fase 1 worden ze teleurgesteld: geen eten
In fase 1 worden ze teleurgesteld: geen eten
In fase 2, zit er in 1 bloemvorm wel eten. Ze hebben 8 dagen om dat te leren.
In fase 1 worden ze teleurgesteld: geen eten
In fase 2, zit er in 1 bloemvorm wel eten. Ze hebben 8 dagen om dat te leren.
Vlinders gaan vooral naar DIE bloem, waar ze eten verwachten.
Kijk dus waar de staaf in fase 3 het hoogst is
Slide 15 - Slide
In fase 2 was er één bloemvorm met suikerwater. Uit de resultaten is af te leiden welke dat is. Noem de letter van deze bloemvorm.