This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Gesprek voeren
Les 1
Slide 1 - Slide
Programma les 1
Bespreken moduleopdracht
Theorie
Opdracht
Afsluiting (huiswerk)
Slide 2 - Slide
Doelen vandaag
Aan het eind van de les weet de student hoe hij zijn moduleopdracht moet afronden
Aan het eind van de les heeft de student vragen verzameld die als basis kunnen dienen voor het gesprek met collega's
Aan het eind van de les heeft de student vragen verzameld die als basis kunnen dienen voor het gesprek met kinderen
Slide 3 - Slide
Wat gaan we deze periode doen?
Opdracht bestaat uit 4 verschillende onderdelen:
Gesprek aangaan
Interview
Verslag
Theoretische toets
Bekijk modulewijzer!!
Slide 4 - Slide
1. Gesprekken aangaan
Je voert een gesprek met een collega over de sfeer in de instelling. Vraag naar wat je collega belangrijk vindt m.t.b. de sfeer en wat hij/zij er allemaal aan doet om een goede sfeer te krijgen in de groep
Voer een gesprek met 3 kinderen. Overleg met je begeleider. Kan individueel of een groepsgesprek zijn. Gesprek gaat over de sfeer
Bereid je goed voor!!!
Slide 5 - Slide
2. Interview
Maak een interview over het onderwerp: sfeer
Minimaal 8 vragen
Je neemt het interview af bij een ouder/verzorger
Bespreek met je begeleider welke ouder. Doe dit op tijd!!
Slide 6 - Slide
3. Verslag
Je maakt een verslag, waarin de volgende onderdelen zitten:
Voorkant
Inleiding
Inhoudsopgave
Voorbereiding gesprek collega
Verslag gesprek collega
Voorbereiding gesprek kinderen
Verslag gesprek kinderen
Voorbereiding interview ouder/verzorger
Verslag interview ouder/verzorger
In teams staat een format!!!
Slide 7 - Slide
4. Theoretische toets
Je maakt een toets over de aangeboden lesstof
Communicatie
Let op! Boek mee tijdens de les!
In laatste les oefentoets! Is heel handig !
Slide 8 - Slide
Wat is sfeer?
Brainstormen in groepen van 5
Opschrijven op het blad (leesbaar)
Daarna presenteren aan de groep
Slide 9 - Slide
Sfeer
Sfeer = gevoel/stemming dat je in een bepaalde situatie ervaart.
Sfeer= kan positief of negatief zijn
Sfeer = factoren die van invloed zijn: dagen, locaties, ruimtes, rituelen, personen, enz.
Sfeer kan invloed op je emoties hebben!
Slide 10 - Slide
Positief
Vertrouwen
Ontspannen
Plezierig
Feestelijk
Prettig doen
…
Negatief
Wantrouwen
Spanning
Angst
Grimmigheid
Verdriet
…
Slide 11 - Slide
Hoe heb jij zelf invloed op de sfeer?
Pedagogisch klimaat
Sfeer in de groep/klas/school
Slide 12 - Slide
Klimaatschaal
Met Klimaatschaal meet je het pedagogisch klimaat in de groep. Het helpt je bij het krijgen van inzicht om zo de sfeer in de klas te kunnen verbeteren. Want een goed pedagogisch klimaat zorgt ervoor dat kinderen zo optimaal mogelijk kunnen leren en functioneren.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Gesprek voorbereiden
Vragen bedenken
Werk alleen:
Pak je moduleopdracht erbij
Lees van punt 1 het eerste stukje
(over het collega-gesprek en het kind-gesprek )
Bedenk 5 goede vragen
Schrijf elke vraag op een apart memoblaadje
timer
5:00
Slide 15 - Slide
Inventariseren in groepjes
We ordenen de vragen (soort bij soort)
Wat kun je nog van elkaar leren/overnemen?
Kunnen jullie nog aanvullen?
Slide 16 - Slide
Let op...
Zijn je vragen duidelijk geformuleerd?
Zijn het genoeg vragen voor een gesprek?
Passen de vragen bij de ‘doelgroep’?
Passen de vragen bij het thema ‘sfeer’?
Passen de vragen bij het KDV / BO / BSO?
Kom je veel te weten?
Kun je hier informatie uit halen die je in het interview van de ouder kunt gebruiken?
Enz…
Slide 17 - Slide
Aan de slag
Maak twee lijsten met vragen: 1 voor de collega’s & 1 voor de kinderen
Bedenk met welke collega’s je de gesprekken gaat doen (doe je één gesprek of doe je er twee?), wanneer je dit wilt doen en hoe je de collega’s gaat uitnodigen.
Bedenk met welke kinderen je het gesprek gaat doen (vraag wel toestemming van je begeleider), wanneer je dit wilt doen en of je individuele gesprekken doet of een groepsgesprek.
Slide 18 - Slide
Afsluiting
Weet je wat je moet doen?
Heb je een lijst met vragen voor de collega’s?
Heb je een lijst met vragen voor de kinderen?
Huiswerk: gesprek met collega’s, gesprek met de kinderen, ouders vragen voor gesprek (afspraak maken)