ESC les 4 3h1 Schritt 35

3 havo Na klar K1 L1
Tekst
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3 havo Na klar K1 L1
Tekst

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Schritt 35 Vokabeln D-N
Schritt 36 Redemittel 

Slide 2 - Slide

Heute:
*Hausaufgaben kontrollieren
* Aufgabe 7 Seite 15    
*Grammatik wiederholen

Slide 3 - Slide

Schritt 35
Schritt 35 - Aufgabe 7  - Seite 15

1. Dat is een hele bekende berg     of:    één van de bekendste bergen van de wereld.



Slide 4 - Slide

Schritt 35 - Aufgabe 7  - Seite 15

1. Dat is een hele bekende berg     of:    één van de bekendste bergen van de wereld.
2. Mogelijke antwoorden: 
    De hoogste berg van Zwitserland / het meest gefotografeerd / makkelijk te herkennen / vorm        van een pyramide / moeilijk te beklimmen / in 1865 zijn daar vier bergbeklimmers verongelukt. 



Slide 5 - Slide

Schritt 35 - Aufgabe 7  - Seite 15

1. Dat is een hele bekende berg     of:    één van de bekendste bergen van de wereld.
2. Mogelijke antwoorden: 
    De hoogste berg van Zwitserland / het meest gefotografeerd / makkelijk te herkennen / vorm        van een pyramide / moeilijk te beklimmen / in 1865 zijn daar vier bergbeklimmers verongelukt. 3. Nee, de beklimming is moeilijk / alleen geoefende (ervaren) bergbeklimmers halen de top / je        hebt een goede berggids nodig.




Slide 6 - Slide

Schritt 35 - Aufgabe 7  - Seite 15

1. Dat is een hele bekende berg     of:    één van de bekendste bergen van de wereld.
2. Mogelijke antwoorden: 
    De hoogste berg van Zwitserland / het meest gefotografeerd / makkelijk te herkennen / vorm        van een pyramide / moeilijk te beklimmen / in 1865 zijn daar vier bergbeklimmers verongelukt. 3. Nee, de beklimming is moeilijk / alleen geoefende (ervaren) bergbeklimmers halen de top / je        hebt een goede berggids nodig.
4.  Daar is het hoogste kabelbaanstation van de Alpen.



Slide 7 - Slide

Schritt 35 - Aufgabe 10  - Seite 16
  1. Je vergroot je kansen op een baan
  2. Redelijk betaalbaar
  3. Goede kwaliteit onderwijs
  4. Je verbetert je kennis van de Duitse taal
  5. je vergroot je netwerk
  6. dichtbij, je kunt snel even terug naar NL
  7. Duitsland lijkt qua cultuur best op Nederland


Slide 8 - Slide

Stempeln A:
  1. Fragment 1:  ...bussen (met scholieren) reden/onderweg waren
  2. Fragment 2: ...gistermorgen sneeuw valt
  3. Fragment 3: ... zeer geliefd/ graag gezien/ erg populair
  4. Fragment 4: ... slechter/ ongunstiger

Slide 9 - Slide

Mittwoch, den 21.9.2022
*sprechen       

 Aufgabe 2 Seite 19   

+/- 5 min üben mit Nachbar/Nachbarin
Dann hören wir es uns mal zusammen an


Slide 10 - Slide

Freitag, den 20.September 
Heute:
*Hausaufgaben kontrolieren
*sprechen        
*grammatik

Slide 11 - Slide

Naamvallen:

Dit zijn de verschillende vormen die woorden aannemen
 afhankelijk bij hun functie in de zin.

Der Tisch:   Ich putze den Tisch      =4e naamval
Der Fernseher: Ich verkaufe den Fernseher    =4 naamval





Slide 12 - Slide

Er zijn 7 voorzetsels  die de 4e naamval krijgen:
Durch - Ohne - Für - Entlang - Gegen - Um - Bis
                                                                        
                                                                         DOFE GUB  

+
In het Duits krijgt het lijdend voorwerp de 4e naamval


Slide 13 - Slide

Hoe zat het ook alweer:






1e
der Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
4e
den Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
1e
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Freunde
4e
einen Mann
eine Frau
ein Kind
keine Freunde
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud

Slide 14 - Slide

Montag 12.9.2022
Herzlich willkommen Klasse gth 1 h
Mobiel: vooraan in de klas in de mandjes
Geen oortjes in/ geen petjes op
Op tijd in de klas
Altijd meenemen: Boek - schrift - pen
Geen huiswerk gemaakt? Melden voor de les begint
Geen spullen bij je? Regel het voor je binnenkomt!!!
Grammatik
1e
der Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
4e
den Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
1e
ein-- Mann
eine Frau
ein-- Kind
keine Freunde
4e
einen Mann
eine Frau
ein-- Kind
keine Freunde
Mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Gruppe:   (dies-, jen-, jed-, solch-, manch-, welch-, all-)
ein- Gruppe:  (+ kein  +bezittelijke voornaamwoorden)
Nu nog de juiste vervoeging zoeken:

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben 

Schritt 37 Vokabeln lesen + A&B&C  machen op blz. 27-28. 


Grammatik A3 wiederholung 4de nv lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden (op blz. 28)
                          



Slide 16 - Slide