DBk2a_7.4_10 september 2021

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom!

7.4 Voedsel verteren

Vrijdag 10 september 2021

DBk2a

Planning

Mini quiz vorige les
Leerdoelen

Uitleg

Aan het werk

Check

Deze les...

7.4 Voedsel verteren

Mini quiz

vorige les(sen)

Een appel is een...

1. Voedingsstof
2. Voedingsmiddel

Een eiwit is een...

1. Voedingsstof
2. Voedingsmiddel

Voorbeelden
voedingsstoffen

Er zijn er zes:

1. Eiwitten
2. Vetten
3. Mineralen
4. Vitamines
5. Water
6.  Koolhydraten (zetmeel & suikers)

Celmembraan

Cytoplasma

Celkern

Regels alles in de cel

Vloeistof in cel

Ander woord is celplasma

Zorgt ervoor dat cytoplasma bij elkaar blijft

Is een soort vlies

Leerdoelen

• Aan het eind van deze les kan vertellen langs waar je voedsel langskomt;
• Aan het eind van deze les kan ik uitleggen wat peristaltiek is;
• Aan het eind van deze les kan ik uitleggen wat vertering is en op welke vier plekken dat gebeurt.

Uitleg

Uitleg

Voedingsstoffen zijn nodig om er energie uit te halen/nieuwe cellen op te bouwen.

Eten

Eten: één kant op

Waar gaat voedsel langs?

Soms minder dan een dag, soms meerdere dagen.

Waar gaat voedsel langs?

1. Mondholte
2. Slokdarm
3. Maag
4. Twaalfvingerige darm
5. Dunne darm
6. Dikke darm
7. Endeldarm
8. Anus 

Peristaltiek

In de wanden van organen zitten spieren. Die trekken samen, voedsel verplaatst.

Verteren

Organen hebben voedingsstoffen nodig

Dus... Vanuit voedsel naar je bloed.

Water, mineralen en vitaminen kunnen zo je bloed in.

Eiwitten, vetten en koolhydraten zijn te groot.

Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.

Verteren

Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.

Gebeurt door verteringssappen.

Verteren

Gebeurt op vier plekken.

1. Mond: speeksel

2. Maag: maagsap

3. Twaalfvingerige darm: alvleessap

4. Dunne darm: darmsap

In dunne darm is het klaar. Voedingsstoffen naar bloed. 

Darmplooien

Groot oppervlak, veel bloedvaatjes

1. Door darmwand

2. Door wand bloedvaten

3. in het bloed

Ontlasting

Waterige pap met onverteerbare stoffen.

Naar dikke darm, water eruit.

Blijft dikke massa over: ontlasting/poep. Komt in endeldarm en daarna anus.

Aan het werk

Hoe? Zelfstandig aan het werk in stilte.
Tijd? Tot 09:25.

Hulp? Steek je vinger op.

Opbrengst? Je bent goed bezig voor de toets.
Klaar? Opdracht Padlet + Oefenen voor de toets.
Wat? 7.4 opdracht 1 t/m 21.

Aan het werk | Padlet

Opdracht voor 16 september

Leerdoelen

• Aan het eind van deze les kan vertellen langs waar je voedsel langskomt;
• Aan het eind van deze les kan ik uitleggen wat peristaltiek is;
• Aan het eind van deze les kan ik uitleggen wat vertering is en op welke vier plekken dat gebeurt.

Er zijn vier plekken waar vertering plaatsvindt

1. Juist
2. Onjuist

Eiwitten, vetten en koolhydraten kunnen zo je bloed in.

1. Juist
2. Onjuist

Water, mineralen en vitaminen kunnen zo je bloed in.

1. Juist
2. Onjuist

De darmplooien zorgen voor een groot oppervlak

1. Juist
2. Onjuist

Voedsel komt eerst langs de dikke darm en daarna langs de dunne darm

1. Juist
2. Onjuist

Hoe heb jij gewerkt?

😒🙁😐🙂😃

Schrijf anoniem een tip op voor mevrouw Meerholz

Schrijf anoniem een top op voor mevrouw Meerholz

Huiswerk!

Huiswerk voor 16 september 2021:

Opdrachten 7.3 en 7.4 af.
Vragen stellen op Padlet.
+ 
23 september 2021:

Toets H7!!!!!