2.1 Jouw inkomsten en uitgaven

Startklaar?
Je legt het volgende op tafel:
  • Rekenmachine
  • Boek
  • Pen/potlood
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Startklaar?
Je legt het volgende op tafel:
  • Rekenmachine
  • Boek
  • Pen/potlood

Slide 1 - Slide

Startklaar?
Je legt het volgende op tafel:
  • Rekenmachine
  • Boek
  • Pen/potlood

Slide 2 - Slide

Gedragsverwachtingen

Tijdens mijn uitleg: STILTE
Actief luisteren
Elkaar laten uitpraten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

  1. Welke soorten inkomens zijn er?
  2. Welke 3 soorten uitgaven zijn er?
  3. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.


Slide 4 - Slide

Wat is een uitkering?
A
inkomen dat je van de overheid krijgt
B
inkomen dat je van de bank krijgt
C
inkomen dat je van je ouders krijgt
D
een ander woord voor salaris

Slide 5 - Quiz

Wat is een budget?

Slide 6 - Open question

Soorten inkomens
Loon
Winst
Uitkering
Zakgeld

Slide 7 - Slide

3 soorten uitgaven
 Vasten lasten  
Huishoudelijke uitgave                                         Incidentele uitgaven

Slide 8 - Slide

Begroting & budgetteren
  • Een begroting is een overzicht
     van verwachte inkomsten en
     uitgaven.
Begroting

Slide 9 - Slide

Begroting 
-
Inkomsten
Uitgaven
Zakgeld
€ 26,-
Eten en drinken
€ 17,50
Klusjes
€ 25,-
Cadeau zus
€ 10,-
Telefoon
€ 15,-
Totaal
€ 51,-
€ 42,50

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken: 2.1 opgave 1,2,5,6,8
Tijd: 15 min


Hoe: zelfstandig in stilte
Klaar: bespreek je antwoorden met 
een andere duo
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen: reflectie

  1. Welke soorten inkomens zijn er?
  2. Welke drie soorten uitgaven zijn er?
  3. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.


Slide 12 - Slide

soorten inkomens: kinderbijslag is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering

Slide 13 - Quiz

Drie soorten inkomens zijn:
A
Salaris, loon en geld.
B
Salaris, inkomen en uitkering.
C
Salaris, winst en uitkering.
D
Zakgeld, huur en winst.

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN incidentele uitgave?
A
Vakantie
B
Verzekering
C
Wasmachine
D
Nieuwe telefoon

Slide 15 - Quiz

Wat zijn GEEN vaste lasten?
A
wekelijkse brood kopen bij de bakker
B
telefoonabonnement
C
lidmaatschap voetbal
D
huur

Slide 16 - Quiz

Gedragsverwachtingen

Tijdens mijn uitleg: STILTE
Actief luisteren
Elkaar laten uitpraten

Slide 17 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 18 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question