Bedrijfseconomie

Bedrijfseconomie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie

Slide 1 - Slide

Wat zijn kosten?

Slide 2 - Open question

Wat zijn kosten? 
'De prijs die je voor iets moet betalen.'
'De uitgaven die je moet doen.'

Slide 3 - Slide

Constante kosten
  • De kosten veranderen niet wanneer je productie toeneemt  of afneemt.

Slide 4 - Slide

Wat is een voorbeeld van constante kosten?
A
benzine
B
onderhoud
C
afschrijving

Slide 5 - Quiz

Wat is een kenmerk van constante kosten?
Constante kosten ...
A
Veranderen niet
B
Zijn goed voorspelbaar en dus goed te budgetteren
C
Zijn onafhankelijk van de afzet

Slide 6 - Quiz

Variabele kosten
  • Deze kosten veranderen wél wanneer je productie toeneemt of afneemt.

Slide 7 - Slide

Wat is een voorbeeld van variabele kosten?
A
telefoonabbonnement
B
grondstoffen
C
rentekosten

Slide 8 - Quiz

De variabele kosten zijn .... afhankelijke van de productie / omzet ?
A
Niet
B
Gedeeltelijk
C
Soms
D
Wel

Slide 9 - Quiz

Gemengde kosten
  • De kosten zijn een deel constant en een deel variabel. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

BEA = Break Even Afzet
Hoeveel stuks moet ik verkopen om mijn kosten terug te verdienen?
Het aantal verkochte producten waarbij de opbrengsten en kosten aan elkaar gelijk zijn.

Slide 14 - Slide

Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
wanneer heb ik met de dekkingsbijdrage de CK terugverdiend?
CK
bea = ----------             
( p - k) 

bea = 250.000 / ( 34 - 22 ) = 20.834

Slide 15 - Slide

BEO = Break Even Omzet 
Break Even Omzet = de totale opbrengsten zijn gelijk aan de totale kosten

Slide 16 - Slide

BEO = Break Even Omzet
BEO = BEA x p

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide