V4 - TH 6 - M&M - BS1

thema 6 - mens en milieu
BS 1
kringlopen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

thema 6 - mens en milieu
BS 1
kringlopen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen BS 1

Slide 2 - Slide

Begrippen BS 1
kringlopen
koolstofkringloop
fossiele brandstoffen
stikstofkringloop
ammonificatie nitrificatie
denitrificatie
stikstofbinding

Slide 3 - Slide

Kringlopen in BS1
koolstofkringloop
stikstofkringloop

Slide 4 - Slide

Koolstofkringloop
Opdeling in twee verschillende groepen organismen: autotrofe en heterotrofe organismen.

Autotrofe organismen kunnen uit anorganische stoffen organische stoffen maken. Hierbij maken ze gebruik van chloroplasten en lichtenergie.

Heterotrofe organismen: organische stoffen uit andere organische stoffen. Voor de organische stoffen zijn zij afhankelijk van autotrofe organismen.
Dode resten en andere afvalproducten van organismen heet detritus of afval. Dit wordt afgebroken door dierlijke afvaleters en reducenten tot CO2, dat weer door autotrofe organismen opgenomen kan worden.

Slide 5 - Slide

koolstofkringloop
CO2 wordt 
  • vastgelegd
(assimilatie)
  •  komt weer vrij
(dissimilatie)

Slide 6 - Slide

koolstofkringloop
CO2 wordt 
  • vastgelegd
(assimilatie)
fotosynthese 


Slide 7 - Slide

koolstofkringloop
CO2  

  •  komt weer vrij
(dissimilatie)
(de aerobe)

Slide 8 - Slide

Assimilatie & dissimilatie
Assimilatie heeft te maken met opbouw. Fotosynthese is een vorm van koolstofassimilatie. 

In de voortgezette assimilatie wordt door de dier/plant glucose omgezet in eiwitten, vetten en koolhydraten.

Dissimilatie heeft te maken met afbraak: organische stoffen worden weer afgebroken.

Slide 9 - Slide

autotroof v.s. heterotroof

Slide 10 - Slide

let op legenda:
groen = producent
blauw = consument
bruin = reducent

Slide 11 - Slide

verstoorde koolstofkringloop
koolstof is opgeslagen in 
gesteente
fossiele brandstoffen

door deze te verbranden 
komt er extra CO2 in de 
atomsfeer 

Slide 12 - Slide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 13 - Slide

Kringlopen in BS1
koolstofkringloop
stikstofkringloop

Slide 14 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Stikstofkringloop
let op legenda:
groen = producent
blauw = consument
bruin = reducent

Slide 17 - Slide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
interactive BiNaS tabel van de stikstofkringloop 

Slide 18 - Slide

Stikstofkringloop
  • Organisch gebonden stikstof komt vooral voor in eiwit, nucleotiden en nucleïnezuren. Stikstof komt ook voor in afvalproducten als ureum.
  • Producenten nemen stikstof op via NO3- of NH4+. Stikstoffixerende bacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in bruikbare stikstof voor planten. Dit kan alleen anaeroob. Vandaar dat deze bacteriën in symbiose leven met planten. 
  • Consumenten halen stikstof alleen uit plantaardige eiwitten.
  • Reducenten zetten via ammonificatie stikstofhoudende verbindingen om in NH3. De ammoniak (NH3) wordt door nitrificerende bacteriën omgezet in nitriet en vervolgens in nitraat.
  • Bij denitrificatie wordt nitraat door bacteriën omgezet in stikstofgas. 

Slide 19 - Slide

kringlopen
let op:
ook fosfor, zwavel, kalium en ijzer hebben een kringloop

start: opname uit de bodem via producenten (planten)
via: consumenten
einde: door reduceren weer terug de bodem in

Slide 20 - Slide

opdrachten 
BS1 -> 
basis: 1 t/m 14
verdieping: 15 + 16
Test jezelf:  BS1

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

oefenen via volgende links biologiepagina 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

En nog een interessante video over
de invloed van algen op klimaat

vanaf 5 minuten ongeveer 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link