Les 1 Module 1 24/25

1 / 20
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Stunde eins vmbo 3

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?

  • Ihr bekommt einen Planer
  • Ihr bekommt das Lehrmaterial
  • Ich erkläre das material
  • Ich stelle mich vor
  • Hausaufgaben
  • Anfang Stunde eins

Slide 3 - Slide

Wer bin ich?
Ich bin Frau Koppe
Ich bin verheiratet und wir haben drei Kinder, Lisa (28) Luke (27) und Guus (19)
Ich liebe reisen, Griechenland, Kuchen backen, radfahren, spazieren, lesen und basteln. 

Slide 4 - Slide

De regels van 
Frau Koppe
  • Telefoons in de kluis of thuis! 
  • Geen jassen in de klas, geen petten op
  • Eten en drinken doe je in de pauze
  • Zorg dat je voor de les naar het toilet bent geweest .
  • Tijdens de uitleg ben je stil
  • Je hebt ALTIJD je module bij je AB +TB!
  • We beginnen de les met een liedje, als het liedje klaar is, zit je aan je tafel met je module en een pen klaar.

Slide 5 - Slide

Classroom
Je hebt via de mail een uitnodiging gekregen om in Classroom in te loggen, lukt dit niet dan log je in met de volgende code:
V3B : beibvh2

In Classroom zet ik alle LessonUp's  en ander handig 
oefen materiaal
  



Slide 6 - Slide

Was nehmt ihr jede Deutschstunde mit?
Deine Module (AB & TB)
Ein Heft
Ein Kugelschreiber
Textmarker
Gute Laune


Slide 7 - Slide

Uitleg module en planner/studiewijzer
We werken met een Textbuch en een Arbeitsheft. 
De studiewijzer is meteen een planner.
Je hebt iedere les je Textbuch Arbeitsheft, Planner, oortjes en een opgeladen laptop mee!

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben
Pak je agenda erbij:
Hausaufgaben  13 september.

Alle opdrachten van Les 1 afmaken.

Leren: Worterliste Im Restaurant Seite 4
Du - Ne de eerste 20 woorden/zinnen tot en met "de drankjes komen eraan. 

Pak je Textbuch op Seite 4 erbij en zet een streep onder deze zin

Slide 9 - Slide

An die Arbeit!
Textbuch  Seite 4, 5 en 6
Arbeitsheft Seite 2
Opdracht met de Wörter, 
Je krijgt hier 15 minuten voor dan gaan we verder.
 

Slide 10 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
(fe)  e     st     t     en     t     en
      ich   du   er   wir   ihr   sie
                       sie                  Sie
                       es
                       =                      =
                       Peter              die Eltern
                       Lisa                 die Kinder
                       der Hund       Lisa und Peter
                       
     
uitleg

Slide 11 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
feesttenten
uitleg
Schrijf mee met het schema voor de feesttenten

Slide 12 - Slide

Verben auf -d / -t
- du

- er,sie, es

- ihr
krijgen een extra -e

Voor de rest de regel: feesttenten
reden
ich
rede
du
redest
er/sie/es
redet
wir
reden
ihr
redet
sie/Sie 
reden

Slide 13 - Slide

Werkwoorden B/z/s
Ich tanze                                               
Du  tanzt     de s vervalt in de uitgang bij du!!!                                        
Er/sie/es tanzt 
Wir tanzen           
Ihr tanz
Sie/sie tanzen
Voltooid deelwoord: Ich habe getanzt (ge-tanz-t)

Slide 14 - Slide

Hoe gebruik je de regel? 
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Eindigt deze op -d, -t / -s klank of niet?
3. Welk persoonlijk voornaamwoord staat in de zin?
4. Regel ''feesttenten'' toepassen.

Dus: werkwoord wohnen
Stam = ww - en wohn + uitgang
Wohnen: du ............ in Voorburg
het persoonlijk voornaamwoord is du
uitgang bij du is st dus : du wohnst in Voorburg

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

An die Arbeit!
Grammatik Feesttentenregel, haben sein & werden
Kijk mee in je textbuch op 
Seite 16 & 17
Houd deze pagina's erbij als je de opdrachten maakt. 
Maak van opdracht 1, 2 & 3 de eerste 5 zinnen. Snap je iets niet steek dan je vinger op. 
 

Slide 17 - Slide

Kijk en luistervaardigheid
Kijk mee naar het filmpje.
In je Arbeitsbuch op Seite 4 zie je een rij woorden staan. In het filmpje zijn deze woorden groen. Vertaal de woorden naar het Nederlands in je Arbeitsbuch. De overige woorden ga je opzoeken in het woordenboek. 

Slide 18 - Slide

Waarom Duits leren?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide